Kwalik zou op de politie hebben willen schieten toen hij probeerde te ontsnappen, waarop agenten vuurden. Hij werd door een politiekogel in zijn been geraakt en naar een kliniek gebracht. Daar stierf hij later aan zijn verwondingen.

De politie had vernomen dat de zestiger Kwalik het huis regelmatig bezocht. De politie hield daar woensdag zes mensen aan onder wie een vrouw en een kind. Zij worden nog verhoord.

Het lokale leger heeft Kwalik eerder beschuldigd van het schieten op konvooien die van en naar een van de grootste goudmijnen ter wereld reden in de buurt van Timikia. Ook gold Kwalik als voortvluchtig vanwege zijn separatistische activiteiten voor Organisatie voor een Vrij Papoea (OPM).

De afscheidingsbeweging strijdt voor onafhankelijkheid van West-Papoea sinds deze mineraalrijke provincie in 1964 officieel tot Indonesië ging behoren. Een jaar eerder werd Nederlands Nieuw-Guinea overgedragen aan dit land. De separatisten strijden vooral tegen de ontwikkeling van de goudmijn, die door een Amerikaans bedrijf geëxploiteerd wordt. Dit project zou voor economische ongelijkheid en culturele wrijvingen in hun provincie zorgen.

In 1996 gijzelde OPM in twee afzonderlijke gevallen 23 mensen. Na twee maanden wist het leger negen gijzelaars, onder wie twee Nederlanders, te bevrijden. Twee Indonesiërs werden door de gijzelnemers gedood. Datzelfde jaar ontvoerde de beweging twaalf bosbouwers. Twee werden gedood, de overigen werden vrijgelaten.