Samen met mijn collega’s van de Volkskrant en het AD, en de maakster van de documentaire Koning zonder Land, bracht ik gisteren een bijzonder bezoek aan Jouwe: de oude Papoea-voorman die vóór de overdracht aan Indonesië voorbestemd was om de premier te worden van een onafhankelijk Papoea. In 1962 verhuisde hij ‘tijdelijk’ naar Delft, om te wachten tot de onafhankelijke republiek een feit was. Maar het liep anders: bijna vijftig jaar later woont hij daar nog, en is Papoea nog altijd een provincie van Indonesië.

Nu is hij voor het eerst terug in Indonesië, en gaat hij deze week een bezoek brengen aan zijn geboorteland. Hij is hier op uitnodiging van president Yudhoyono, en de Indonesische regering betaalt de reis van hem en zijn twee kinderen. Gisteren wachtte hij nog op een tijdstip voor een eerste ontmoeting met de president, waarin zij de dialoog zullen aangaan over de toekomst van Papoea. Na terugkomst uit Papoea staat een tweede ontmoeting gepland met president en enkele kabinetsleden.

Alles is bespreekbaar met de president, vertelde Jouwe’s zoon Nico van tevoren, alleen onafhankelijkheid van Papoea niet. Maar gisteren zei Nicolaas Jouwe dat dat wel zijn ideaal blijft, en dat hij dat ook aan de president zal overbrengen. Hij is benieuwd wat de president hem te bieden heeft, aan maatregelen die de situatie van de Papoea’s kunnen verbeteren.

Zelf ben ik ook erg benieuwd wat de agenda van de president is. Waarom zou hij de ontwerper van de Morgenster-vlag van Papoea uitnodigen, terwijl mensen die met de vlag zwaaien worden gearresteerd? Is het een verkiezingsstunt? Zou kunnen, maar ik vraag me af of een dialoog met een ‘vrij Papoea’-voorman een manier is om meer stemmen binnen te halen, aangezien op Papoea maar zo’n 2 miljoen mensen wonen. Bovendien is er in de Indonesische pers (nog) helemaal niets over dit bezoek gemeld.

Misschien komen we er de komende dagen nog achter met welke motieven SBY de 85-jarige Jouwe naar Papoea haalt. In elk geval is het voor hem een goede gelegenheid om zijn vaderland na bijna 50 jaar in ballingschap weer terug te zien.