Na 46 jaar ballingschap is de oude strijder terug in Papoea, dat nu deel uitmaakt van de republiek Indonesië, het land dat zijn droom van een onafhankelijke staat wreed verstoorde.

Met bloemenkransen en tromgeroffel verwelkomen de Papoea’s Jouwe op het vliegveld van Sentani. Tranen vloeien als hij door de knieën gaat en zijn geboortegrond kust. De verloren zoon wordt omhelsd door familie en hoogwaardigheidsbekleders. ,,Eindelijk weer thuis,’’ verzucht hij later, zittend in zijn hotelkamer in Jayapura. Hij kijkt uit over de baai naar het eilandje Jouwe, waar zijn wieg stond. ,,Dit is een droom.’’

Nicolaas Jouwe is naar zijn land teruggekeerd om te praten over de toekomst van de Papoea’s. Hij weigert de hoop op onafhankelijkheid op te geven. Het leiderschap is Nicolaas Jouwe, zoon van een stamhoofd in het toenmalige Nederlands-Nieuw-Guinea, met de paplepel ingegeven. Na de Tweede Wereldoorlog werden de Papoea’s meegezogen in de draaikolk van de internationale politiek. Jouwe was een van de 25 Papoea’s die door het toenmalig Nederlands bestuur werden geselecteerd voor een ambtenarenopleiding. ,,Mijn vader en moeder waren analfabeet en hun zoon vloog op en neer naar Den Haag om met de ministers te praten. Ik moest een grote achterstand wegwerken om als tolk op te treden voor mijn eigen volk, dat leefde als in het stenen tijdperk. Van de laagste tree opklimmen naar boven en dan weer afdalen, een enorme opgave.’’

,,Indonesië heeft het land lafhartig afgepikt van de Papoea’s. Maar wij laten ons niet klein krijgen,’’ zegt hij strijdbaar. ,,Wij, Papoea’s zijn een oervolk, door God geschapen. God heeft ieder volk zijn plek gegeven. Dat staat in de bijbel. Aan die scheppingswetten kan geen mens tornen.’’

De geschiedenis levert het bewijs, stelt hij. Nederland won uiteindelijk ook de 80-jarige oorlog tegen Spanje. En de Indonesiërs ontworstelden zich destijds aan het Nederlands bestuur en gaven het startsein voor de dekolonisatie. ,,Nu moeten zij de Papoea’s laten gaan. Dan is mijn missie volbracht.’’