Mensen van de Indonesische ambassade en familieleden lopen druk heen en weer door de persruimte van Schiphol, De 86-jarige Papualeider Nicolaas Jouwe laat hetl allemaal over zich heen komen. De rust zelve observeert hij de drukte, nipt een beetje koffie of leunt op zijn wandelstok. Zijn hoed ligt op tafel, zijn jas heeft hij maar aangehouden
papoealeider Jouwe naar huisDe warme winterjas kan straks in de kast in de tropische provincie Papua. Na ruim 47 jaar ballingschap in Nederland keert Nicolaas Jouwe definitief terug naar zijn geboortegrond, die hij soms nog Nieuw-Guinea noemt. "De dag is gekomen dat u naar huis gaat", zegt de Indonesische ambassadeur Junus Habibi, die hem komt uitzwaaien, plechtig. "Deze broer van mij is nodig voor het opbouwen van Indonesie en Papua in het bijzonder"
Tot begin vorig jaar was deze kwieke Papoealeider nog een luis in de pels van Indonesie. Dat zag hem als een separatist en een bedreiging voor de territoriale eenheid. In de jaren vijftig en zestig van de vorige eeuw was Jouwe een van de voorvechters van onafhankelijkheid voor de papoeabevolking in het toenmalige Nederlands Nieuw-Guinea. Het was het laatste gebied dat Nederland nog in handen hield na de erkenning van de Indoneische onafhankelijkheid in 1949.
Nederland beloofde Nieuw-Guinea begin jaren zestig ook oonafhankelijkheid en de jonge lokale bestuurder Nicolaas Jouwe leek voorbestemd om de eerste regent te worden. Maar het liep anders. Indonesie eiste Nieuw-Guinea op, Nederland stemde in met een tijdelijk bestuur door de Verenigde Naties. Na een omstreden referendum in 1969 lijfde Indonesie Nieuw Guinea formeel in.
Gedesillusioneerd kwam Jouwe al in 1962 naar Nederland om van hieruit te blijven ijveren voor onafhankelijkheid van Irian Jaya, zoals de Indonesiers de provincie noemden. In de provincie heerste diepe armoede en onrust. Het gebied is ernstig onderontwikkeld, gezondheidszorg en onderwijs zijn slecht. en veel Papoea's zijn boos over dat Jakarta veel geld verdient aan hun natuurlijke rijkdommen. Die woede uit zich onder meer in de Beweging vrij papua (OPM), gewapende opstandelingen die af en toe aanslagen plegen.
Ooit zei Jouwe dat hij niet terug zou keren voordat zijn eigen land onafhankelijk is. Toch deed hij dat vorig jaar, voor het eerst in 46 jaar. De aanleiding was een verzoenende brief van de Indonesische president Susilo Bambang Yudhono, die met de kwestie Papua in zijn maag zat.
"Het was een zeer menselijke, zeer filosofische brief met een uitnodiging om naar mijn vaderland Indonesie (webmaster: sorry ik moet even kotsen) terug te keren", zegt Jouwe. "Deze grote president is bezield door inhoud, en leven en laten leven. Hij houdt van de papoea's. Ik was er gelukkig mee en kon niet anders dan de uitnodiging aannemen."
En Jouwe ging. Afgelopen maart bezocht hij Indonesie en zijn geboortegrond in de provincie die inmiddels weer Papua heet. Hij gaat wonen in Jayapura, het vroegere Hollandia. Welke rol hij precies gaat vervullen weet Jouwe nnog niet. "Ik ben er ter beschikking van het land", zegt hij. "Ik doe alles wat de papoea's nodig hebben, vooral vrede en blijdschap. We zullen samenleven in het grootste, meest vredelievende moslimland in de wereld"
Het zijn woorden die decennialang niet over zijn lippen kwamen, en Jouwe erkent dat hij milder is geworden. "Je kunt niet alles krijgen wat je verlangt. De Verenigde naties hebben in 1969 besloten dat papua bij Indonesie hoort en daar heb ik me nu bij neergelegd."
Dat radicale Papoea's hem misschien als een verrader beschouwen, deert Jouwe niet. "Ik ben helemaal niet bang voor mijn leven. Dat is in handen van God. Separatisme is een droom die vaak wordt veroorzaakt door onwetendheid, ongedisciplineerheid en vooral gebrek aan opvoeding" (webmaster: daar heeft ie dan toch 85 jaar last van gehad kennelijk).
"De OPM, dat zijn mijn jongens. Dat was zo, maar sommigen kennen mij niet. Ik zal hen uitnodigen om te komen praten op een vreedzame wijze, want wij zijn een grote familie."