De Indonesische president Joko Widodo beloofde de achterstelling van Papoea’s aan te pakken, maar ze geloven hem niet. Ook zou de opstandige provincie Papua weer opengaan voor buitenlandse journalisten. Maar het Indonesische leger wil geen pottenkijkers. ‘Het is er te gevaarlijk.’
_
Wamena
Op de ‘Pasar Missie’ zitten vrouwen op kleedjes hun groente en fruit te verkopen. Onder Nederlands bestuur behoorde deze markt – aan de rand van de stad Wamena – toe aan de Rooms-Katholieke Kerk. In de jaren zestig nam de Indonesische overheid de grond in beslag.
De verkoopsters vertellen dat ze vanochtend voor dag en dauw zijn vertrokken vanuit de dorpjes in de vallei. Ze zijn te voet gekomen, met hun waar in draagtassen op hun rug. ‘Voor een taxi (een wit busje) betalen we 25.000 roepia’s (bijna twee euro). Dat is veel te duur. Dan houden we niets over’, moppert een van de marktkoopvrouwen.
De bonte kleuren van de parasols tegen het groen van de omringende bergen en de stralende blauwe lucht er boven geven de Baliemvallei een vrolijk tintje. ‘Allemaal schijn. We leven nog steeds in een militaire dicatuur’, zegt Markus Haluk. Hij is de woordvoerder van onafhankelijkheidsleider Benny Wenda die in Londen in ballingschap woont.
Haluk wijst naar de rand van de markt, waar een gammele brug met levensgevaarlijk grote gaten de rivier overspant. ‘Daar wil het leger een nieuw militair complex gaan bouwen. Dat maakt de mensen in de dorpjes angstig. Omdat zij zich dan ’s ochtends, voordat ze in de tuinen gaan werken, moeten melden bij de soldaten. Die pakken hun vervolgens hun messen, bijlen en andere landbouwwerktuigen af onder het mom dat het wapens zijn. Want zo gaat het al decennia in en buiten de vallei.’
_
Bloedbad
‘Hebben de mensen rond deze markt al niet genoeg geweld van het leger meegemaakt?’, foetert hij, doelend op het grootste bloedbad onder Indonesische heerschappij. Bijna vijftien jaar geleden, op 6 oktober 2000, weigerden overmoedige Papoea’s op de Pasar Missie hun onafhankelijkheidsvlag De Morgenster op gezag van het leger te strijken. Toenmalig president Abdurrahman Wahid had geen bezwaar tegen hun vrijheidssymbool en
moedigde hen aan. Wahid gaf de provincie speciale autonomie en veranderde de naam Irian Jaya, vrij vertaald ‘naakte man’, in Papua. ‘Ik kan jullie geen onafhankelijkheid geven. Ik ben niet gekozen om grond weg te geven’, grapte de president. Zijn vicepresident, de nationalistische Megawati Soekarnoputri, dacht er anders over en gaf het leger de opdracht met scherp op de ‘opstandelingen’ te schieten. In één uur kwamen meer dan honderd
mensen om het leven. Nog dagelijks patrouilleren soldaten met hun wapens over de markt.
De Papoea’s hadden president Joko Widodo, toen hij vorige maand naar hun provincie kwam, graag over de aanhoudende mensenrechtenschendingen van de militairen op de hoogte willen brengen. Het waren slechts de afgevaardigden van de ‘Dewan Adat’, de door de regering samengestelde raad van oude wijze mannen, die de president mochten ontmoeten.
Na vijftig jaar voelen de Papoea’s zich nog steeds door de Indonesische staat voor de gek gehouden. Net zoals in 1969 toen op gezag van de Verenigde Naties de Papoea’s in een referendum over hun toekomst mochten beslissen en de regering in Jakarta eveneens ‘wijze mannen’ aanwees die namens de Papoea’s stemden voor aansluiting bij Indonesië.
_
Cultuur
‘Het bezoek van president Widodo was een toneelstukje’, zegt pater Frans Lieshout (80) die al 53 jaar lang in de Baliemvallei woont. Widodo verklaarde Papua weer open voor de buitenlandse pers, nadat het gebied acht jaar gesloten was.
Maar van de minister van Politie, Justitie en Veiligheidszaken, de gepensioneerde admiraal Tedjo Edhy Purdijatno, moeten buitenlandse journalisten nog steeds toestemming vragen. ‘Papua blijft gevaarlijk’, beweert hij. ‘Jakarta wil wel het goud van Papua, de rijke bodemstoffen, maar houdt niet van de bevolking’, stelt Lieshout. Hij maakte als jonge missionaris in 1963 de overdracht van de Nederlandse kolonie mee. ‘Het leger viel hier met veel geweld binnen. Vanaf dat moment werden alle Papuase cultuuruitingen verboden. Ze mochten niet meer hun liedjes zingen, hun dansen uitvoeren. Kijk om je heen.
De marktverkoopsters zitten op matjes. De winkels achter hen zijn in handen van de transmigranten, die onder president Soeharto hier naartoe zijn gestuurd. De Papoea’s voelen zich niet alleen al jaren economisch achtergesteld, maar ook onbemind. Vorige week schoot het leger nog in Puncak Jaya vijf mensen dood. De militairen beweerden dat het rebellen van OPM, de Beweging voor een Vrij Papua, zouden zijn geweest.’
Maar volgens Markus Haluk bestaat de OPM als rebellenbeweging nauwelijks meer. De belangrijkste leiders zijn doodgeschoten, wonen in ballingschap in het buitenland of zitten in de gevangenis.
‘Militairen schieten regelmatig een paar Papoea’s neer en zeggen dat het rebellen waren. Anders hebben ze hier geen reden meer om te blijven.’ Het is algemeen bekend dat soldaten goed geld verdienen aan de illegale houtkap in de provincie. Haluk vertelt over de nieuwe OPM, de Verenigde Bevrijdingsbeweging van West-Papua, een coalitie van onafhankelijkheidsgroeperingen die afgelopen december in het buurland Vanuatu is opgericht.
De Papoea’s zoeken aansluiting bij de Melanesische landen in de regio, zoals Papoea Nieuw-Guinea, de Fiji- en Solomon Eilanden. Met hun kroeshaar en donkere huid voelen zij zich meer verwant met de Melanesiërs dan met de ‘straight hairs’, de sluike kapsels van de Maleisische Javanen.
_
Aids
Tot grote woede van het leger en de regering in Jakarta hebben de leiders in de landen rondom de Stille Zuidzee beloofd de Papoea’s te helpen bij hun onafhankelijkheidsstrijd. Als woordvoerder van de nieuwe OPM reist Markus de hele wereld af om steun te vragen. ‘We moeten snel zelfstandig worden. Indonesië is met een nieuwe strategie begonnen. Door besmette prostituees met hiv in de vallei toe te laten, hopen ze ons allemaal dood te maken. Een op de drie Papoea’s heeft al aids. Er is hier sprake van een stille genocide.’
In een van de vele aidsklinieken bevestigt dokter Man Logo dat het aantal aidsbesmettingen inmiddels is opgelopen tot 30 procent. ‘Met voorlichting en door gratis condooms overal uit te delen proberen we het virus onder controle te krijgen. Maar het lukt ons niet.’ Hij bevestigt dat prostituees afkomstig van de eilanden Sulawesi en Java hiv meebrachten. ‘Volgens onze eeuwenoude cultuur onthouden echtparen zich drie jaren van geslachtsgemeenschap na de geboorte van hun kind.
Maar door de komst van publieke vrouwen is hier een einde aan gekomen.’ Mannen weigeren condooms te gebruiken. Het geld dat de lokale regering van de internationale gemeenschap ontvangt voor goede voorlichtingscampagnes, verdwijnt in de zakken van corrupte ambtenaren.
Papua wordt, sinds het in 2001 speciale autonomie kreeg, overspoeld met geld. Een groot deel van de financiën komt uit de omstreden goudmijn van de Amerikaanse multinational Freeport.
OPM streed jarenlang vanuit de jungle tegen Freeport, omdat het de bewoners van hun voorouderlijke grond afjoeg zonder enige compensatie. Voorheen ging de winst rechtstreeks door naar Amerika en Jakarta. Nu krijgt de lokale overheid ook een portie.
_
Natuurschoon
Maar het geld heeft Papua niet veel goeds gebracht, stelt Onni Tabuni, die op de Christelijke Lerarenopleiding tot onderwijzer in de binnenlanden wordt klaargestoomd. ‘Sinds de autonomie ontvangt ieder district honderdduizend dollar per jaar. Iedere Papoea wil nu zo’n lucratieve bestuursregio oprichten.’ Districten vallen midden in het gebied van verschillende stammen waardoor de oorlog tussen hen weer is opgelaaid. Met speren en bogen schieten krijgers elkaar nu dood om geld.
Met pijn in zijn hart moet Onni toegeven dat de Baliemvallei, die ooit bekend stond om haar natuurlijke schoonheid, is uitgegroeid tot een Sodom en Gomorra. Naast aids en corruptie leven honderden verslaafde jongeren uit de bergdorpjes als zwervers op het busstation. ‘We willen zo graag onafhankelijk worden, maar met al die onderlinge gevechten en stammenoorlogen zou dat nu niet eens kunnen.’ De jonge aspirant-leraar die droomt over de staat West-Papua, gelooft daarom in goed onderwijs als de sleutel tot de bevrijding. ‘Help ons!’, luidt zijn emotionele oproep aan de internationale gemeenschap. ‘Niet door geld te geven, maar met studiebeurzen. Kennis brengt de Papoea weer op het juiste pad. Het helpt hem een dialoog aan te gaan met Jakarta voor de bevrijding van zijn land. In geweld geloven we niet meer.’