Van Directie Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Postbus 20061
Nederland
www.rijksoverheid.nl
_
Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
_
Onze Referentie
4ZKWPA3M5U6C-3-7184
_
Uw Referentie
2016Z13250
Bijlage(n)1
_
Datum 26 augustus 2016
_
Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Voordewind (ChristenUnie),
Ten Broeke (VVD), Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV), Van Bommel (SP),
Sjoerdsma (D66), Knops (CDA) en Servaes (PvdA) aan M over de bijdrage van
Nederland aan politietrainingen op Papua.
_
Hierbij bieden wij u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de
leden Voordewind (ChristenUnie), Ten Broeke (VVD), Van der Staaij (SGP), De
Roon (PVV), Van Bommel (SP), Sjoerdsma (D66), Knops (CDA) en Servaes (PvdA)
aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de bijdrage van Nederland aan
politietrainingen op Papua. Deze vragen werden ingezonden op 28 juni 2016 met
kenmerk 2016Z13250.
_
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Bert Koenders
[Ondertekenaar 2]

https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2016/08/26/beantwoording-kamervragen-over-bijdrage-nederland-aan-politietrainingen-op-papua

Antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken op Kamervragen van de leden Voordewind (ChristenUnie), Ten Broeke (VVD), Van der Staaij (SGP), De Roon (PVV), Van Bommel (SP), Sjoerdsma (D66), Knops (CDA) en Servaes (PvdA) over de bijdrage van Nederland aan politietrainingen op Papua.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de radio-uitzending ‘Nederlandse politietraining in Papua’? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Waarom wordt er in de beantwoording van eerdere Kamervragen over Papua’s van 26 april 2016 2) in het antwoord op vraag 4 niet over de politietraining gesproken, maar in de antwoorden op Kamervragen van 10 december 2014 wel? 3)
Antwoord
In de brief van april 2016 wordt ingegaan op de vraag op welke wijze Nederland de situatie van de Papoea’s onder de aandacht heeft gebracht van de Indonesische autoriteiten, terwijl in de brief van december 2014 wordt ingegaan op de vraag of het Kabinet nieuwe mogelijkheden ziet waarmee Nederland kan bijdragen aan het verbeteren van de situatie. Daarom gaat de brief van december 2014 in op het programma dat Nederland ondersteunt, en de brief van april 2016 op de gesprekken in bilateraal en multilateraal verband waar de Nederlandse autoriteiten deze situatie aan de orde hebben gesteld.
Vraag 3
Kunt u de externe evaluatie, waarover wordt gesproken in de schriftelijke verklaring van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de radio-uitzending van 12 mei, naar de Kamer sturen? Zo niet, kunt u de Kamer dan een overzicht sturen van de methode en resultaten van de politietraining tot nu toe?
Antwoord
De Nederlandse ambassade in Jakarta heeft op 12 juli jl. een Mid Term Evaluation rapport ontvangen van het Community Policing Programme. Een volledig evaluatierapport zal later worden afgerond. Het programma wordt uitgevoerd door de International Organisation of Migration (IOM). In de bijgevoegde infographic heeft IOM op basis van de Mid Term Evaluation een overzicht gemaakt van de gebruikte methoden en de belangrijkste resultaten van het programma. Uit de resultaten kan een aantal conclusies worden getrokken. Het programma heeft als uitgangspunt dat politie, gemeenschap en lokale overheid gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de lokale veiligheid. Het beoogt door training en consultatie deze gedeelde verantwoordelijkheid te stimuleren. Voor een langdurig resultaat is niettemin een cultuuromslag nodig, en dat vergt tijd. Dat werd ook bevestigd in de Mid Term Evaluation. Het programma heeft tot dusver diverse positieve resultaten geboekt op het terrein van training voor politiefunctionarissen, zowel op nationaal als op provinciaal niveau. In de evaluatie kwam naar voren dat lokale gemeenschappen hen nu zelf ook vaker betrekt bij problemen. Politie en gemeenschap lijken problemen meer gezamenlijk ter hand te nemen, ook al stellen lokale gemeenschappen dat nog niet bij alle agenten sprake is van een verandering in gedrag. Een speciaal ontworpenmensenrechtenmodule is inmiddels een vast onderdeel geworden van het curriculum van de training die ook toekomstige politiefunctionarissen zullen volgen. Om de gemeenschap op provincie-, district-, sub-district- en dorpsniveau te betrekken zijn daarnaast Community Policing Forums (CPFs) opgericht. Hierbij komen vertegenwoordigers van NGO’s, lokale gemeenschappen en de politie regelmatig bijeen om ontwikkelingen in de buurt te bespreken. Doel is om vertrouwen te scheppen en de relatie tussen de politie en de gemeenschap te verbeteren. Hierdoor kan gezamenlijk worden geanticipeerd op mogelijke spanningen en incidenten zodat de lokale veiligheid wordt versterkt. Omdat de CPFs in de laatste fase van het programma zijn ingesteld, is verdere implementatie nodig en zijn hier nog geen concrete resultaten van bekend. Er is meer tijd nodig om deze activiteiten te voltooien, de impact hiervan te vergroten en toekomstige financiering zeker te stellen. Op dit moment wordt daarom bekeken hoe het programma kan worden verlengd met een beperkte tijd.
Vraag 4
Op welke manier kan Nederland monitoren wat de Indonesische veiligheidsdiensten in Papua doen?
Antwoord
Medewerkers van de Nederlandse ambassade in Jakarta bezoeken de provincie regelmatig. Door middel van gesprekken met vertegenwoordigers van lokale overheid, politie, mensenrechtenactivisten, NGOs en religieuze organisaties krijgen zij inzicht in de huidige situatie in Papoea, inclusief het optreden van leden van het veiligheidsapparaat. Deze gesprekken gebruikt Nederland ook om misstanden aan de orde te stellen en het belang te benadrukken van het investeren in de relatie met de burgerbevolking.
Vraag 5
Op welke manier kan Nederland garanderen dat Indonesische politieagenten die door dit programma zijn getraind, niet actief zijn geweest in de schendingen van mensenrechten door de Indonesische politie in de afgelopen jaren?
Antwoord
In totaal zijn 3.687 politieagenten in de provincies Papua en West Papua getraind binnen het Community Policing Pogramme. Er kan geen garantie worden gegeven dat getrainde agenten niet hebben deelgenomen aan het schenden van mensenrechten. Het gaat om een lange termijn inzet waarbij een cultuuromslag noodzakelijk is zoals ook in de Mid Term Evaluation wordt gesteld. De leiding van de provinciale politie in Papua heeft bij diverse gelegenheden gesteld het belang te erkennen van het winnen van het vertrouwen van de lokale gemeenschappen om lokale spanningen en incidenten te verminderen en daarmee de veiligheidssituatie te verbeteren.
Vraag 6
Welke andere organisaties zijn bij de politietraining betrokken naast de Organisation for Migration? 4) Wat is of was de rol van de universiteit van Maastricht? 5)
Antwoord
De politietraining is door IOM samen met de Indonesische Nationale Politie en Japan International Cooperation Agency (JICA) opgezet. De Universiteit Maastricht speelt in deze trainingen geen rol. Bij het tot stand brengen van en participatie in de Community Policing Forums (CPFs) zijn tevens lokale groeperingen, zoals religieuze en culturele organisaties, betrokken.
Vraag 7
Heeft u in het besluit deze training destijds te starten de conclusies meegenomen van de autoriteiten van Nieuw-Zeeland, die hun politietraining daar in 2010 juist hebben gestopt?
Antwoord
Het Nederlandse trainingsprogramma heeft een andere insteek dan het tot 2010 door Nieuw-Zeeland gesteunde programma. Het Nieuw-Zeelandse programma richtte zich op het strategische niveau met de detachering van twee senior expat politie staf. Het Nederlandse programma richt zich op het trainen van Community Policing Officers door nationaal gerekruteerde politietrainers en het opzetten van CPFs waarin wordt ingezet op de verbetering van de relatie tussen politie en lokale gemeenschappen en beoogt daarmee een meer duurzaam en lokaal gedragen resultaat te bereiken.
Vraag 8
Wat is uw reactie op de uitspraak van het Nieuw-Zeelandse Kamerlid parlementslid Catherina Delahunty die stelt dat zolang het politieke regime niet verandert, het geven van politietrainingen voor de mensenrechtensituatie niets zal opleveren?
Antwoord
Om tot een duurzame oplossing te komen is het belangrijk dat de centrale autoriteiten en de lokale bevolking gezamenlijk de problemen ter hand nemen en ontwikkeling in de provincies bevorderen. Het Community Policing Pogramme draagt bij aan de dialoog tussen lokale autoriteiten en de burgerbevolking. Door het programma heeft de lokale politie beter inzicht in wat er binnen de gemeenschap speelt en wordt het getraind in een andere benadering van burgers. Ook zien zowel politie, provinciale- als lokale overheden beter het belang van de preventie van lokale onlusten zoals het oplaaien van spanningen tussen verschillende bevolkingsgroepen. Voor een goed functionerende rechtsstaat is het van belang dat burgers vertrouwen hebben in handhavingsmaatregelen en diensten. Met de financiering van het programma zet het kabinet in op een bijdrage aan het verbeteren van deze situatie in Papoea.
Vraag 9
Heeft u tijdens uw ambtsbezoek aan Indonesië in maart deze politietraining bezocht?
Antwoord
Mijn bezoek aan Indonesië in maart bestond uit een programma op Bali en Java.
Een bezoek aan het Community Policing Programme op Papoea maakte dan ook geen onderdeel uit van de reis.
Vraag 10
Wat vonden de minister van Buitenlandse Zaken Retno Marsudi en coördinerend minister voor Politieke, Juridische en Veiligheidszaken Luhut Panjaitan van de Nederlandse politietrainingen, toen u hen sprak over de mensenrechtensituatie in Papoea tijdens uw bezoek in maart? 6)
Antwoord
Gedurende mijn bezoek aan Indonesië in maart heb ik met de minister van Buitenlandse Zaken Retno Marsudi en toenmalig coördinerend minister voor Politieke, Juridische en Veiligheidszaken Luhut Panjaitan de mensenrechtensituatie, waaronder de situatie in Papoea, besproken. Het Community Policing Pogramme is tijdens deze gesprekken niet specifiek aan de orde gekomen.
1) http://www.nporadio1.nl/bureau-buitenland/onderwerpen/356063-nederlandse-politietrainingpapua
2) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015-2016, nr. 2420
3) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2014-2015, nr. 938
4) Kamerstuk 24 049, nr. 76.
5)
https://www.maastrichtuniversity.nl/web/Main1/SiteWide/SiteWide11/Universiteit
MaastrichtGaatIndonesischeNationalePolitieTrainen.htm en
http://www.indonesienu.nl/nu-actueel/politieindonesie
6) Zoals verwoord in Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015-2016, nr. 2420