https://www.ad.nl/delft/familie-kaisiepo-vecht-voor-historische-west-papoea-ontmoetingsplek-in-delft-keuken-was-altijd-open~a48b0f75/?cb=79471212-f7e7-4f4a-997c-d25ac29fddd1&amp%3Bauth_rd=1&auth_rd=1

Uit het AD:

De laatste bewoner Herman Kaisiëpo (links) van de Vlamingstraat 22 is uit huis gezet. In het midden staat zijn broer Bernard en rechts Bernards zoon Menase Wonggor.

PREMIUM

De laatste bewoner Herman Kaisiëpo (links) van de Vlamingstraat 22 is uit huis gezet. In het midden staat zijn broer Bernard en rechts Bernards zoon Menase Wonggor. © Nico Schouten

Familie Kaisiëpo vecht voor historische West-Papoea ontmoetingsplek in Delft: ‘Keuken was altijd open’

Het huis aan de Vlamingstraat 22 is bijna 60 jaar dé politieke vrijplaats geweest voor iedereen die het gewelddadige regime van Indonesië in West-Papoea ontvluchtte. Hier woonde ‘president in ballingschap’ Marcus Kaisiëpo met zijn gezin. Deze zomer werd Marcus’ zoon Herman (64) als laatste bewoner uit het huurhuis gezet. Tot groot verdriet van de familie.

Maurice Gispen 15-10-24, 04:00

Aan de Vlamingstraat 22 was altijd leven in de brouwerij. ,,De keuken was vierentwintig uur per dag open want er waren altijd mensen die kwamen eten. In de tuin werd gebarbecued en gezongen. Nooit hoorde je de buren klagen”, vertelt Herman’s broer Bernard (83) met enige weemoed in zijn stem. Het was dé ontmoetingsplek waar talloze politieke figuren, hoge militairen en Papoea’s uit alle uithoeken van de wereld heen kwamen.

In 1962 werd de familie Kaisiëpo naar Nederland gehaald om het geweld in West-Papoea te ontvluchten. Want wie zich openlijk uitspreekt tegen de macht van Indonesië in West-Papoea, wordt de nek omgedraaid. Eerst woonde ze tijdelijk op Scheveningen, later kwamen ze naar Delft. ,,Delftenaar meneer de Vries trok zich ons politieke lot erg aan en verkocht de Vlamingstraat 22 aan de gemeente onder voorwaarden dat wij erin moesten wonen”, vertelt Bernard.

De hele buurt kende de familie. ,,Omdat we voor grote aantallen eten maakten, kwamen de slager, de groenteboer en de slijter aan huis om onze bestellingen te brengen. Piet en Nel van der Gaag uit Schipluiden leverden aardappelen. Zij werden allemaal familievrienden.”

Zo werd het huis de plek waar vader Marcus als ‘president in ballingschap’ en eerste vicevoorzitter van De Nieuw Guinea Raad wél vrijuit ‘zijn idealen kon naleven’ met zijn gezin. Mocht het land ooit vrij worden, dan zou Marcus de president worden. Maar zover is het nooit gekomen. Nu lijkt deze historische ‘pleisterplaats’ te verdwijnen. Het pand is namelijk te koop gezet na jarenlang juridisch touwtrekken tussen de familie en woningcorporatie Stedelink. En dat doet pijn.

Op de foto vader Marcus Kaisiëpo, de eerste vicevoorzitter van de Nieuw Guinea Raad en 'president in ballingschap' van West-Papoea.

Op de foto vader Marcus Kaisiëpo, de eerste vicevoorzitter van de Nieuw Guinea Raad en 'president in ballingschap' van West-Papoea. © Nico Schouten

Onkruid

Door de verkoop staat het huis er nu heel anders bij. Op het raam hangt een grote poster met ‘te koop’, één raam is dichtgetimmerd met hout en de woonkamer ziet er akelig leeg uit. Het verf bladdert van de muren, het onkruid in de tuin groeit alle kanten op en de kasten zijn leeggehaald. Buurtgenoten die langsfietsen begroeten hun de mannen enthousiast als ze voor het lege huis staan: ‘Hey Herman! Hoe gaat het?’

Hoe heeft het zo ver kunnen komen? De vorige eigenaar van het pand, woningcorporatie Vestia, pleegde nauwelijks onderhoud. Zo zijn de ramen van enkel glas, de leidingen van lood en zitten er op meerdere plekken lekkages en asbest. In mailcontact uit 2020 met toenmalige verhuurder Vestia is te lezen hoe Herman besprak zijn huur te ‘bevriezen’ tot het nodige onderhoud werd uitgevoerd.

Wat een simpele oplossing leek, resulteerde in een juridisch conflict omdat de huurbevriezing werd gezien als achterstallige huur. Eerst met incassoafdeling van Vestia en later met rechtsopvolger Stedelink.,,Toen wij aangaven het huis te willen kopen, wat we ons eerder gegund werd door Vestia, werd de verkoopafdeling intern daarom teruggefloten.”, vertelt zoon Menase (52) Wonggor.

De woningcorporatie laat weten dat ze meerdere voorstellen heeft gedaan om het huis aan ze te verkopen, waar niet op is gereageerd. ,,Eerst worden we uit de onderhandelingen gehaald, mochten we niet tot aankoop overgaan en op voorspraak van de Rechtbank ontvingen we uiteindelijk een soort wurgaanbieding die 15.000 euro hoger bleek dan de prijs die we met Vestia bespraken. Een normale kans tot aankoop hebben we niet gekregen, dus wij lieten het op het oordeel van de rechter aankomen”, vertelt Menase.

Landkaart van Nederlands Nieuw Guinea hing op de Vlamingstraat 22

Landkaart van Nederlands Nieuw Guinea hing op de Vlamingstraat 22 © privéfoto

Te koop

Het conflict voelt voor de familie als een verlengstuk van de strijd die ze altijd al hebben moeten voeren. ,,Mijn vader werd ons land uitgezet, nu is Herman ons huis uitgezet.” De familie houdt voet bij stuk, maar de rechter gaf Stedelink gelijk. De woningcorporatie liet weten dat zij als sociale verhuurder het huis zo snel mogelijke wilde verhuren aan een groot gezin, gezien het tekort aan woningen. Dat het huis nu toch te koop staat, doet de familie daarom des te meer pijn.

,,Wij hebben altijd netjes de huur betaald, maar er is gewoon nooit iets onderhouden. We wilden ze dwingen tot onderhoud. Mijn ouders zijn overleden in dit huis, hun geest is daar nog steeds. Het huis is een historisch monument dat we willen bewaren als woonplaats én museum”, zegt Bernard zichtbaar geëmotioneerd.

Een woordvoerder van Stedelink laat weten dat het tot ‘haar spijt een langdurige kwestie is’. Naar eigen zeggen heeft de corporatie zich sinds 2020 ingespannen om tot een ‘goede oplossing’ te komen. ,,Tussen partijen zijn meerdere procedures gevoerd met betrekking tot herhaaldelijke huurachterstanden en het niet binnenlaten van medewerkers van Stedelink om door meneer gestelde gebreken te herstellen.”

Inmiddels staat het grachtenpand van ruim 200 vierkante meter met acht slaapkamers te koop voor 695.000 euro. Maar aan strijdlustigheid geen gebrek bij de familie Kaisiëpo. Vol trots gaan ze naar de officiële bezichtigingen van het pand en ze zijn in hoger beroep gegaan tegen het besluit van de rechter.

Menase met zijn opa Marcus Kaisiëpo

Menase met zijn opa Marcus Kaisiëpo © privéfoto

Onafhankelijkheidsstrijd West-Papoea 

West-Papoea behoort sinds 1963 tot Indonesië. Papoea’s, de inwoners van West-Papoea, streden al tijdens de Nederlandse kolonisatie van Indonesië voor hun onafhankelijkheid. Maar tot op de dag van vandaag hebben ze geen zelfbeschikkingsrecht. 

In andere woorden: West-Papoea is geen zelfstandig land met eigen regels, wetten en een overheid. Terwijl de bevolking dat wel wil. Zij zien zichzelf namelijk als Melanesiërs uit Oceanië en niet als onderdeel van Indonesië.

Maar wie vecht voor vrijheid en onafhankelijkheid wordt dat niet in dank afgenomen. Mensenrechtenorganisatie Amnesty International probeert al jaren aandacht te krijgen voor het ‘buitenproportionele’ geweld van Indonesische autoriteiten tegen de Operasi Papua Merdeka (OPM) vrijheidsstrijders van West-Papoea.