Vlamingstraat 22 staat voorlopig niet meer te koop. © Nico Schouten
Vlamingstraat 22 weer uit verkoop gehaald: sprankje hoop voor West-Papoea familie Kaisiëpo
Het ‘Te Koop’-bordje is alweer van de voorgevel van de Vlamingstraat 22 gehaald. Dat geeft Herman Kaisiëpo, die uit het huis werd gezet, weer een sprankje hoop. Hij blijft met zijn familie strijden om de ‘politieke vrijplaats’ in de familie te houden. Ondertussen heeft de lokale ChristenUnie alvast grootste plannen.
Maurice Gispen 04-11-24, 04:00
,,Tijdens de bezichtiging lagen nog twee foto’s van mijn opa op de eerste verdieping. Die waren ze blijkbaar vergeten”, vertelt Menase Wonggor, de neef van Herman. Namens zijn familie ging hij het pand aan de Vlamingstraat in Delft bezichtigen dat eerder deze zomer –op de twee foto’s na – werd ontruimd en te koop werd gezet.
Het ‘voelde heel dubbel’, vertelt hij, om als oud-bewoner tussen andere geïnteresseerde kopers te lopen. ,,De sfeer was wel heel gemoedelijk, er waren gezinnen met kinderwagens.” Ondanks de gemoedelijke sfeer, was het ook vreemd voor hem om in zijn oude huis te lopen alsof er niks aan de hand is, terwijl er heel wat aan voorafging.
Zijn oom Herman werd afgelopen zomer namelijk als laatste bewoner van de familie uit huis gezet na een lang juridisch conflict met woningcorporatie Stedelink. Ruim vijftig jaar lang was het huis dé plek waar mensen van West-Papoea terechtkonden, die het politieke geweld in hun thuisland ontvluchtten.
Vooral erkenning van deze gemeenschap vind ik belangrijk
Wimke Schuurmans, CDA
Bijna dagelijks hield de familie de verkoopwebsite van de makelaar scherp in de gaten. Zou ‘hun huis’ met zoveel herinneringen al verkocht zijn? Want één ding weet de familie zeker: dit huis kunnen ze niet loslaten, desnoods kopen ze het zelf. Maar sinds kort staat het plotseling toch niet meer te koop.
Museum
Dit betekent voor de familie dat er beweging in de zaak zit. Vooral nadat Wimke Schuurmans, commissielid van de lokale ChristenUnie, naar aanleiding van het familieverhaal onlangs vragen stelde aan het stadsbestuur. Zij pleit er onder andere voor om te onderzoeken of het pand tot historisch erfgoed bestempeld kan worden. De wethouder kan volgens haar ook een belangrijke rol spelen in het conflict. Ze vraagt daarom naar de bereidheid om in gesprek te gaan met de bewoner en Stedelink.
Ook lijkt het haar een goed idee om te verkennen of het pand als museum kan blijven bestaan. Hier kan de familie zich hier helemaal in vinden. Dat het belang van het huis nu ook binnen de politiek erkend wordt, is een hele overwinning. ,,Concrete plannen zijn misschien nog heel ver weg, maar we bereiden ons wel alvast voor”, vertelt Menase Wonggor vastberaden.
Het commissielid weet niet of de voorstellen realistisch zijn. ,,Vooral erkenning van deze gemeenschap vind ik belangrijk. En ik weet dat er subsidies zijn om immaterieel erfgoed vast te houden. Hoeveel dat precies is, weet ik niet, maar dat is volgens mij het uitzoeken waard.” Met haar vragen hoopt ze de lokale politiek zo ver te krijgen.
Deze foto werd bijna drie weken geleden genomen, toen het huis nog wel te koop stond. De laatste bewoner Herman Kaisiëpo staat links. Daarnaast zijn broer Bernard en rechts Bernards zoon Menase Wonggor. © Nico Schouten
Hoger beroep
Over de telefoon fantaseert Menase Wonggor alvast over de mogelijkheden. ,,De begane grond met de tuin kan dan het museum zijn met vooral educatieve programma’s over de cultuur en geschiedenis van West-Papoea. En dan kunnen de eerste en tweede verdieping gebruikt worden als woning. Voor oom Herman en voor uitwisselingsstudenten uit West-Papoea.”
Of dit allemaal financieel haalbaar is? Volgens Wonggor wel. ,,We moeten een stichting oprichten waarmee we fondsen kunnen benaderen. Wij als familie worden dan de beheerders van het museum.” Hij ziet het al helemaal voor zich, maar voorlopig blijft het pand nog akelig leeg. Stedelink besloot het huis van de markt te halen en het hoger beroep af te wachten. Het is nog niet duidelijk wanneer dit precies is. In de tussentijd blijft de familie optimistisch.