Verslag van Oridek Ap
In West Papua, Amerika, Ierland, Groot-Brittannië en Australië werd 1 december middels acties herdacht. Ook hier in Nederland hebben wij dat gedaan in de vorm van een mars door Den Haag. Het was weer een andere manier om 1 december te herdenken. 
Er liepen ongeveer 30 mensen mee, waaronder Acehers en Molukkers, daarnaast waren ook vrienden en sympathisanten van de partij. Gelukkig hoefden wij geen regen te trotseren, het was tenslotte een lange wandeling door Den Haag. De mars begon voor Den Haag Centraal Station om 10.15 uur met de vlagceremonie en we eindigden om 16.30 uur voor de ingang van het Binnenhof. Tijdens de wandeling hebben wij om de beurt een lijkenkist bedekt met de Morgenster geschouwd. Dit was symbolisch bedoeld voor de moorden die zijn gepleegd, sinds de overhandiging van de Morgenstervlag op 1 december 1961. Verder hebben wij posters van Papua-slachtoffers tentoongesteld.
Naast het Ministerie van Buitenlandse Zaken hebben wij ook een bezoekje mogen brengen en een petitie met informatie-CD gepresenteerd aan de ambassades van: Frankrijk, Ierland, Denemarken, Letland, België, Zweden, Duitsland, Australië, New Zeeland, Japan, Polen, Canada, Luxemburg, Estland, Groot-Brittannië, Zwitserland, Spanje, de Verenigde Staten, Noorwegen en Israël. In totaal bezochten we 20 ambassades. Wegens afwezigheid van ambassadeur en functionarissen van de ambassade van Finland, het Vaticaan, Italië en Portugal hebben wij bij hen de petitie in de brievenbus gedaan (en per post verzonden).
Namens de Papua-gemeenschap in Nederland heeft Adolina Asmuruf onze petitie overhandigd en het woord gevoerd, voor Aceh was dat Fadlon Musa. Over het algemeen werden wij overal goed ontvangen. Men toonde interesse en was vooral onder de indruk van de informatieverstrekking over West Papua.
De mars is rustig verlopen, het was een strijdvolle dag.