Door diverse fracties is de Papuakwestie aan de orde gesteld. Als je het debat wilt horen klik dan op deze hyperlink

Wie van de begrotingsbehandeling BuZa, op 23 en 24 november gehouden, slechts het Papuadeel wil lezen, die vindt het hieronder weergegeven.

 

De Partij voor de Dieren nam geen deel aan het debat.

D66 noemde Papua in het geheel niet.

De PvdA noemde Papua in het geheel niet.

De VVD noemde Papua in het geheel niet.

GroenLinks noemde Papua niet in het debat en wijdde er slechts één zin aan bij interrupie

Het CDA besprak Papua slechts, nadat interruptie plaatsvond en tekende mee op een motie inzake Papua.

De ChristenUnie noemde Papua in het debat en tekende mee op een motie inzake Papua

De SGP noemde Papua in het debat en tekende mee op een motie inzake Papua.

De SP noemde Papua in het debat.

De PVV noemde Papua uitgebreid in het debat en diende een motie in inzake Papua, die mede gesteund werd ChristenUnie, SGP en CDA.

 

~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

Begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 1e termijn. 23 november 2011

Harry van Bommel SP

Terwijl Papoea's en Molukkers de hulp inroepen van Nederland en de Europese Unie vanwege Indonesische mensenrechtenschendingen, sluit de Europese Unie een handelsovereenkomst met Indonesië en staat Nederland op het punt een eigen overeenkomst met Indonesië te sluiten. Een tweede helder voorbeeld van een situatie waarin de mensenrechten op de achtergrond raken en handelsbelangen voorop komen te staan.

Voorzitter. De houding van Nederland tegenover Indonesië vindt mijn fractie schandalig. Waarom wordt Indonesië niet scherper aangesproken op mensenrechtenschendingen in de Molukken en Papoea? Waarom wordt er niet aangestuurd op hervatting van de dialoog met de Papoea's? Dat is wel wat er moet gebeuren: uitvoering van de speciale autonomiewet van Papoea. Alles ligt er. Er is dus een basis voor een dialoog, maar die dialoog vindt toch maar niet plaats. Ik roep de regering, die goede banden heeft met Indonesië -- volgend jaar komt waarschijnlijk president Yudhoyono naar Nederland -- op om meer druk uit te oefenen op Indonesië en om gebruik te maken van onze bijzondere relatie.

Henk Jan Ormel CDA noemde Papoea niet in zijn bijdrage, waarop er de navolgende interruptie volgde van Joel Voordewind, ChristenUnie

Joel Voordewind ChristenUnie: interruptie

Dan moeten wij het eerst eens zijn over Mattheus 25. In dat licht heb ik nog een vraag. De heer Ormel heeft gesproken over godsdienstvrijheid, maar hij heeft de Papoea's niet genoemd, terwijl daar veel aan de hand is. Er is een volkscongres geweest en er zijn weer slachtoffers gevallen. Ik krijg daarop graag een reactie.

Henk Jan Ormel CDA

Ik dank de geachte afgevaardigde voor zijn interruptie, want ik heb de Papoea's wel genoemd bij de religieuze vrijheden. Papoea's zijn overwegend christenen en zij hebben grote problemen. Wij maken ons grote zorgen daarover. Ik overweeg in tweede termijn een motie over dit onderwerp in te dienen. Wellicht kunnen wij elkaar daarin vinden. De situatie wordt alleen maar zorgelijker. Tijdens een Papoeacongres in oktober is een onbekend aantal mensen doodgeschoten en zijn honderden mensen gevangen genomen. Wij zijn van mening dat de Indonesische autoriteiten daarover duidelijkheid moeten verschaffen. Wat is daar precies gebeurd?
Een ander punt betreft het bedrijf Freeport dat eigenaar is van 's werelds grootste goud- en kopermijn. Dit bedrijf heeft nauwelijks Papoea's in dienst.
Generaals van het Indonesische leger vullen hun zakken door gebruik te maken van hun onderhandelingspositie bij dat bedrijf.

Wim Kortenoeven PVV

Voorzitter. “Oh, mijn land Papoea, land waar ik geboren ben, ik houd van u zolang ik zal leven. Dank aan God mijn Heer, U schonk mij dit land, daar zal ik mij ijverig voor inzetten zoals Uw bedoeling is.” Dit is de tekst van het eerste en het laatste couplet van het volkslied van Papoea. Als Papoea’s dit in hun eigen land zingen, lopen zij de kans te worden opgepakt, tot een lange celstraf te worden veroordeeld of zelfs te worden vermoord. Hetzelfde risico lopen zij als zij hun eigen vlag hijsen, de Morgenster, die ook om mijn revers prijkt.

Het volk van de Papoea’s is de afgelopen vier decennia volledig door Indonesië gemarginaliseerd. Hun land werd op een niets en niemand ontziende wijze gekoloniseerd en hun toekomstperspectief werd volslagen verduisterd. Op 19 oktober 2011 hielden de Papoea’s een nationaal congres in Abepura. Het was een vreedzaam evenement, maar het Indonesische leger greep met zwaar geweld in en er vielen zes doden en tientallen gewonden. Zo’n 300 Papoea’s werden gearresteerd, onder wie een aantal van hun leiders. Volgende week dreigt de situatie verder te escaleren. Op 1 december worden opnieuw manifestaties gehouden. Naar verluidt, zal zelfs opnieuw de onafhankelijkheid van Papoea worden uitgeroepen.

De PVV staat sympathiek achter het vreedzame streven van Papoea’s om hun politieke, economische en maatschappelijke rechten te herwinnen. Ook zij hebben recht op zelfbeschikking. Mijn fractie is van mening dat hierbij sprake moet zijn van een vreedzaam proces van onderhandelen met Indonesische autoriteiten. Dat kan op basis van een speciale autonomiewet, maar die wordt door Jakarta volledig aan de laars gelapt. Het is geen wonder dat het geduld van de Papoea’s op is en dat sommigen van hen unilaterale stappen overwegen. Het lijkt onvermijdelijk dat de Indonesische autoriteiten opnieuw geweld zullen gebruiken als op 1 december de Morgenster wordt gehesen en het volkslied van Papoea wordt gezongen. Hier ligt een speciale verantwoordelijkheid van de Nederlandse regering, want in 1961 werd door Den Haag aan de Papoea’s beloofd dat zij onafhankelijk zouden worden. De Morgenster was een Nederlands geschenk aan het volk der Papoea’s.

In 1962 kwam Papoea onder tijdelijk bestuur van de VN en in 1969 was er onder toezicht van de VN de “Act of free choice”. Achteraf wordt deze ook wel “the act of no choice” genoemd. Het referendum, want dat was het, bleek een democratische schijnvertoning te zijn waaraan in plaats van de hele bevolking slechts een aantal stamoudsten mochten deelnemen. Verleid met valse beloften en cadeaus, slecht voorgelicht en onder veel druk kozen zij voor aansluiting bij Indonesië. De VN en Nederland zouden toezicht houden op een eerlijk en open referendum, maar zij hebben daarin gefaald. In 1969 werd West-Papoea definitief overgeleverd aan Indonesië. Meer dan 30 jaar na dato ging het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken onder leiding van minister Van Aartsen akkoord met een onderzoek naar de overdracht. Pieter Drooglever onderzocht de kwestie en kwam tot een weinig verrassende conclusie: de bevolking van het voormalige Nieuw-Guinea had in 1969 geen eerlijke kans gehad op zelfbestuur. Drooglever stelt in zijn rapport dat het referendum, dat Nederland als voorwaarde stelde voor de overdracht van Nieuw-Guinea aan Indonesië in 1962, een farce was en dat van een democratische volksraadpleging geen sprake was geweest.

Na het uitkomen van het rapport van Pieter Drooglever weigerde de toenmalige CDA-minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot het rapport in ontvangst te nemen, uit angst de Nederlands-Indonesische betrekkingen te schaden. In plaats daarvan werd het rapport dat ik nu voor iedereen zichtbaar omhooghoud, overhandigd aan oud-minister Van Aartsen.

Mijn fractie is van oordeel dat Nederland een ereschuld heeft aan het volk der Papoea’s.

Daaruit vloeit de morele verplichting voort dat Nederland het ferm voor hen opneemt als zij in de verdrukking zitten.

Op 15 december vorig jaar nam de Kamer met algemene stemmen de motie-Van der Staaij aan. Die motie vraagt de minister om constructief overleg met Indonesië over de situatie in Papoea te voeren, met als inzet het stoppen van de schending van de mensenrechten. We zijn nu een jaar verder. Graag hoor ik van de minister hoe dat overleg concreet is verlopen.

Na de gebeurtenissen van vorige maand in Jayapura heb ik de minister onder andere de volgende schriftelijke vraag gesteld: “Bent u bereid van de Indonesische regering te eisen dat de gevangengenomen Papoealeiders onmiddellijk in vrijheid worden gesteld en dat het onderdrukken van en het geweld plegen tegen de Papoea’s onmiddellijk wordt gestopt?” Ik kreeg daarop het volgende, nogal uitwijkende antwoord: “Nederland volgt de zaak van de gearresteerde Papoea’s nauwlettend. Indien de ontwikkelingen daartoe aanleiding geven zal ik mij tot de Indonesische autoriteiten wenden.” Ik stel de minister de vraag opnieuw: is hij bereid om voor die Papoea’s op te komen? Is hij bereid om in bilateraal en in multilateraal opzicht aan de orde te stellen dat de onderdrukking van de Papoea’s moet worden gestopt en dat hun leiders moeten worden vrijgelaten? Hoe gaat de minister uitvoering geven aan de motie-Kortenoeven, die op 4 oktober met algemene stemmen is aangenomen? Ziet de minister met mij dat de ontwikkelingen aanleiding geven om vandaag nog contact op te nemen met de Indonesische autoriteiten en hun met klem te adviseren om geen geweld tegen de Papoea’s te gebruiken als zij op 1 december geweldloos uitdrukking geven aan hun legitieme verlangen naar zelfbestuur? Het is van belang dat wij ons blazoen schoonwassen en de fouten uit het verleden onder ogen zien en erkennen. Daarmee doen wij niet alleen recht aan degenen die wij tekort hebben gedaan; alleen op die manier kunnen wij het ons ook veroorloven om anderen de maat te nemen in internationale betrekkingen.

Mariko Peters GroenLinks: interruptie

(…..) Hoe verschrikkelijk ik uw verhaal over Turkije ook vind, bij de Papoea's vindt u mij aan uw zijde. Ik vind het net als u heel belangrijk dat landen in het reine komen met hun verleden.

Joel Voordewind ChristenUnie

Ik kom op de Papoea's. Er zijn al aardig wat woorden over gesproken, ook door de PVV-fractie. Ik onderschrijf ze. Ik beklemtoon en onderschrijf ook de oproep om tot uitvoering en implementatie te komen van de autonomiewet, die inmiddels tien jaar geleden is aangenomen. Ook toentertijd was daarvoor een donorconsortium afgesproken. We hebben gehoord dat ook Nederlandse ngo's grote problemen hebben om daarin mee te werken. Ik noem organisaties zoals het Rode Kruis, Cordaid, ICCO en Kerk in Actie. Allemaal ondervinden ze problemen als het gaat om steun aan de Papoea's. Er zijn ook organisaties die nog steeds worden uitgesloten om Papoea te bezoeken, bijvoorbeeld Amnesty International, maar ook buitenlandse journalisten. Alstublieft, zet grote druk op de Indonesische regering om toch vooruitgang te boeken als het gaat om de Papoea's, niet alleen op het gebied van economische ontwikkeling maar ook op het gebied van de politieke en religieuze vrijheden van het volk.

Kees Van der Staaij SGP

Al eerder hebben wij gesproken over de positie van Papoea’s en Molukkers in Indonesië; daar heeft collega Kortenoeven al naar verwezen. Nederland dient regelmatig bij de Indonesische regering te pleiten voor een substantiële mate van zelfbestuur voor de Molukken en de Papoeabevolking en voor eerbiediging van hun cultuur. Juist nu de mensenrechten van de Molukkers en Papoea’s in Indonesië veelvuldig en systematisch geschonden worden, is extra inzet hiervoor op zijn plaats. Ik noem slechts de recente buitenproportionele gewelddadigheden rond het Papoea-congres, waarbij zes doden, veel gewonden en 300 arrestaties vielen. Er is nog steeds sprake van een repressief militair veiligheidsbeleid van Indonesië. Ik wijs ook op de motie die wij hier vorig jaar over hebben ingediend. In de internetbijlage van de begroting staat keurig vermeld dat die motie, die vroeg om extra actie, afgehandeld is. Ik wil graag dat die motie toch weer in behandeling wordt genomen, omdat er op dit punt nog wel wat werk aan de winkel is.

Vervolg begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 1e termijn 24 november 2011

Reactie en antwoorden van de minister van Buitenlandse Zaken Uri Rosenthal

Ik kom nu bij Indonesië dat in de sfeer van de mensenrechten een belangrijke rol speelt. De Kamerleden hebben dit aan de orde gesteld. De heren Van Bommel, Ormel, Voordewind en Kortenoeven vroegen aandacht voor de situatie van de Papoea's in Indonesië. Hun zorgen over de Papoea's deel ik. In Den Haag en in Jakarta hebben wij volop contact gehad met de Indonesische autoriteiten in dit verband, zeker naar aanleiding van de recente gewelddadigheden en arrestaties. Het is een goede ontwikkeling dat de Indonesische overheid op dit moment een aantal initiatieven neemt om de situatie te verbeteren. Er is nu een speciale ontwikkelingseenheid operationeel die zich richt op een betere uitvoering van de welbekende autonomiewet.

Ik zeg dat in het bijzonder tegen de heer Voordewind. Dit is belangrijk, want het is duidelijk dat de speciale autonomiewet onvoldoende wordt uitgevoerd. Onze ambassadeur heeft inmiddels contact gehad met de inheemse bevolking van Papoea. Er is volop gerefereerd aan de activiteiten van de speciale ontwikkelingseenheid. De ambassadeur heeft ook zijn bereidheid tot ondersteuning van de provincie kenbaar gemaakt. De Indonesische president heeft eerder dit jaar een speciale gezant aangesteld voor de dialoog met de inheemse bevolking van Papoea. Dit zijn dus allemaal bemoedigende stappen, maar wij moeten onze ogen er niet voor sluiten dat de situatie heel complex is, juist ook in de relatie met Indonesië. Ik kan niet verhelen dat de betrokkenheid van Nederland bij de provincie met gemengde gevoelens door de Indonesiërs wordt bekeken. Wij moeten dus heel zorgvuldig te werk gaan en zoeken naar de wegen om effectief bij te dragen aan een betere situatie in Papoea. Ik hoop dat wij met dit alles invulling geven aan de motie-Dijkgraaf/Kortenoeven.

Ik onderschrijf het belang dat geen geweld wordt gebruikt tegen vreedzame demonstranten als zij op 1 december uitdrukking zullen geven aan hun wens tot zelfbestuur. Ik ben het eens met de heer Voordewind dat toegang van de ngo's tot Papoea van groot belang is. Ik zal dit opnemen met de Indonesische autoriteiten. Ik heb tijdens het goedkeuringsdebat over de kaderovereenkomst met Indonesië al toegezegd dat een bezoek van de mensenrechtenambassadeur aan Papoea en de Molukken zal worden bezien in het kader van zijn bezoek aan Indonesië volgend jaar, maar ook dat is een kwestie van "frappez toujours!" bij de Indonesische autoriteiten. De heer Van Bommel en de heer Van der Staaij vroegen naar de mensenrechtendialoog. Dit is een onderdeel van het kaderverdrag. Het gaat om een jaarlijkse dialoog. (ooooooo)

Harry van Bommel (SP) interruptie

Ik heb een vraag met betrekking tot de kwestie Papoea. Door de Papoea’s wordt aangegeven dat er wel een speciale vertegenwoordiger, een gezant van Indonesië, is, maar dat de dialoog tussen de Papoea’s en de centrale regering van Indonesië nog niet is hervat. Graag krijg ik van de minister duidelijkheid op dat punt.

Minister Uri Rosenthal

De vraag betreffende de dialoog met Papoea trek ik na. Ik ga ervan uit dat die dialoog van groot belang is en dat die past in de nieuwe initiatieven vanuit de speciale ontwikkelingseenheid voor Papoea, die juist bedoeld is om de Autonomiewet tot een betere uitvoering te brengen. Ik ga ervan uit dat in een moeite door die dialoog in gang zal worden gezet als dat nog niet is gebeurd. Zoals gezegd, ik moet dat natrekken.

Reactie en antwoorden van de staatssecretaris van Ontwikkelingssamenwerking Ben Knapen

Geen op- of aanmerkingen met betrekking tot Papoea

Vervolg begrotingsbehandeling Buitenlandse Zaken 2e termijn 24 november 2011

Papoea niet aan de orde in 2e termijn.

Harry van Bommel SP interruptie tijdens indienen moties

(…..) Ik denk dat de Kamer over Papoea een aparte brief tegemoet kan zien. Ik zeg dat de dialoog is stilgevallen. De minister zegt dat de berichten anders zijn. Ik denk dat we een nadere brief moeten krijgen, zodat we daar vervolgens over kunnen debatteren.

Wim Kortenoeven PVV: motie met Van der Staaij, Ormel en Voordewind inzake Papua

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Kamer in de motie Van der Staaij c.s. (32500-V, nr. 113) grote zorg heeft uitgesproken over de mensenrechtensituatie in Papoea en de regering heeft verzocht hierop voortvarend actie te ondernemen;

voorts verwijzende naar de motie Kortenoeven/Dijkgraaf die ziet op de uitvoering van de Kaderovereenkomst met Indonesië (32431, nr 10);

constaterende dat de Indonesische autoriteiten nog steeds zeer repressief en gewelddadig hebben opgetreden tegen Papoea's die opkomen voor hun politieke, economische en maatschappelijke rechten;

overwegende dat op 1 december 2011 opnieuw manifestaties zullen worden georganiseerd;

verzoekt de regering om:

1. de Indonesische regering met spoed aan te spreken op haar verplichting om zich te onthouden van het plegen van geweld tegen de Papoea's;

2. er bij de Indonesische regering op aan te dringen de onderdrukking van de Papoea's te staken en de om politieke reden gevangen genomen Papoea's vrij te laten;

3. in internationaal verband aan te dringen op het instellen van beschermingsmechanismes voor de Papoea's;

4. er bij de Indonesische regering op aan te dringen dat de dialoog met de Papoea's wordt hervat en dat uitvoering wordt gegeven aan de Speciale Autonomiewet,

en gaat over tot de orde van de dag.

De voorzitter:

Deze motie is voorgesteld door de leden Kortenoeven, Van der Staaij, Ormel en Voordewind. Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.

Zij krijgt nr. 94 (33000-V).

Minister Uri Rosenthal

Voorzitter. Voordat ik in de tweede termijn op een aantal punten terugkom die aan de orde zijn gesteld, en voordat ik in hoog tempo ruim 30 moties bespreek, wil ik eerst tegen met name de heer Van Bommel iets zeggen over de voortgang van de dialoog Jakarta-Papoea. Dat onderwerp bleef namelijk even hangen. Ik heb zojuist informatie gekregen uit Jakarta. De speciale gezant die is aangesteld, zal ook vallen onder de genoemde speciale ontwikkelingseenheid voor de Papoea's. Ik heb ook begrepen dat er volop communicatie is en dat het woord "dialoog" in Indonesië wat belast is. Dit neemt niet weg dat ik een brief naar de Kamer zal sturen waarin ik daarover nadere informatie zal geven. Ik heb dit toegezegd en daaraan houd ik mij.