Aan de Voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Binnenhof 4
Den Haag
Datum 22 december 2011
Betreft Beantwoording vragen van het lid Kortenoeven over over het escalerende
en brute geweld van het Indonesische leger tegen de autochtone
bevolking van West-Papoea
Van Directie Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Postbus 20061
Contactpersoon: Pim van Loon
Onze Referentie: DAO-515/11
Uw Referentie: 2011Z26813
Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid
Kortenoeven over over het escalerende en brute geweld van het Indonesische
leger tegen de autochtone bevolking van West-Papoea. Deze vragen werden
ingezonden op 21 december 2011 met kenmerk 2011Z26813.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Dr. U. Rosenthal
~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~
Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van het lid Kortenoeven (PVV) over het escalerende en brute
geweld van het Indonesische leger tegen de autochtone bevolking van
West-Papoea.
Vraag 1
Hoe beoordeelt u de nieuwsberichten ‘Shootings, village burnings and helicopter
attacks continue across Paniai’ 1) en ‘Massive Indonesian offensive displaces
thousands in Paniai as helicopters attack and raze villages’? 2)~
Antwoord
Uit contacten met Indonesische autoriteiten, mensenrechtenorganisaties en
Papoea activisten blijkt, dat op 13 december jl. een activiteit van een
Indonesische politie eenheid plaats vond in het district Paniai.( Provincie Papoea)
tegen gewapende leden van de TPN/OPM. De schaal van deze operatie en het
aantal betrokken burgers is volgens deze bronnen aanzienlijk kleiner dan de
aangehaalde nieuwsberichten suggeren. Bronnen in mensenrechtenkringen
spreken van 14 doden en 6 gewonden onder leden van de OPM. De politie heeft
voorafgaande aan de actie de dorpelingen opgeroepen het gebied te verlaten.
Enkele honderden bewoners hebben hieraan gevolg gegeven en zijn opgevangen
door de lokale overheid in de plaats Enarotali.
Vraag 2
Wat heeft u in concrete zin richting de Indonesische autoriteiten en/of in
multilateraal verband ondernomen, nadat u op 13 december jl. door indiener
dezes was geattendeerd op berichten dat het Indonesische leger een offensief was
begonnen tegen separatisten in West-Papoea en dat bij de aanvallen ook 26
Papoea-dorpen zouden zijn aangevallen en verwoest? Wat waren de concrete
resultaten van uw interventie(s)?
Antwoord
Ik heb de ambassade Jakarta gevraagd contact op te nemen met de Indonesische
overheid, mensenrechtenorganisaties, Papoea-activisten en Westerse ambassades
om toereikende informatie te krijgen over de gebeurtenissen in Paniai.
Zorgvuldigheid is hierbij op zijn plaats. Het is duidelijk dat er veel geruchten de
ronde doen. Andere landen hebben, naar de ambassade is gebleken, geen
bijzondere zorg geuit over deze berichten. Een aantal van hen geeft aan dat het
hier een operatie in het kader van “law enforcement” betreft.
Vraag 3
Hoe heeft u invulling gegeven of hoe gaat u invulling geven aan de op 29
november jl. met algemene stemmen door de Tweede Kamer aangenomen motie
Kortenoeven c.s.?
Antwoord
Zoals ik aangaf tijdens de begrotingsbehandeling ben ik graag bereid om de
punten 1, 2 en 4 van de motie uit te voeren en heb ik contact met de
Indonesische autoriteiten over het afzien van geweld tegen vreedzame
demonstranten, het vrijlaten van politieke gevangenen in Papoea, hervatting van
een dialoog met Papoea’s en uitvoering van de Speciale Autonomiewet.
Ik zie deze punten van de motie als ondersteuning van bestaand beleid. Zowel in
Den Haag als in Jakarta is er regelmatig contact met de Indonesische autoriteiten
over de mensenrechtensituatie in Papoea. Dat gebeurt ook in de EU-Indonesië
mensenrechtendialoog. Tijdens het goedkeuringsdebat voor de Partnerschap
Samenwerkingsovereenkomst EU-Indonesië heb ik toegezegd dat een bezoek van
de mensenrechtenambassadeur aan Papoea en de Molukken zal worden
nagestreefd in het kader van zijn voorgenomen bezoek aan Indonesië volgend
jaar.
Op instigatie van de Indonesische president wordt momenteel een aantal
initiatieven ontplooid om de situatie in Papoea te verbeteren. Een speciale
ontwikkelingseenheid voor Papoea, UP4B, is sinds kort operationeel en zal zich
richten op betere uitvoering van de speciale autonomiewet uit 2001. Naast de
sociaaleconomische ontwikkeling van de provincie gaat de aandacht daarbij ook
uit naar de culturele en politieke aspecten. Ik zie dit als een bemoedigende
ontwikkeling.
De Nederlandse ambassadeur heeft in een gesprek met de leider van de speciale
ontwikkelingseenheid UP4B, de heer Darmono, de Nederlandse bereidheid tot
ondersteuning van de provincie bevestigd.
De situatie in Papoea is complex en het nieuwe Indonesische initiatief zal tijd en
geduld vergen. Dit betekent dat ook Nederland zorgvuldig te werk moet gaan en
zal zoeken naar de mogelijkheden om bij te dragen om te kunnen bijdragen aan
een betere situatie in Papoea. Een kritische, maar constructieve dialoog over de
situatie in Papoea is daarbij gepast, maar uitvoering van punt 3 van de motie van
het lid Kortenoeven – instelling van beschermingsmechanismen voor de Papoea’s
– acht ik in dit licht niet effectief.
Vraag 4
Bent u bereid, vanwege de gewenste duidelijkheid en de grote urgentie, deze
vragen ieder afzonderlijk en nog voor dinsdag 20 december 10.00 uur te
beantwoorden?
Antwoord
De vragen werden op 21 december ontvangen. Ik doe u hierbij per omgaande de
antwoorden toekomen.
1) http://westpapuamedia.info/2011/12/16/shootings-village-burnings-andhelicopter-
attacks-continue-across-paniai/ (16 december 2011)
2) http://westpapuamedia.info/2011/12/14/massive-indonesian-offensivedisplaces-
thousands-in-paniai-as-helicopters-attack-and-raze-villages/ (13
december 2011)