Nederland heeft 119 Leopard-tanks in de aanbieding en Indonesië heeft er belangstelling voor. Eén en één is twee: hier ligt een goeie deal in het verschiet. Ware het niet dat praktische bezwaren en politieke principes obstakels vormen die weleens onoverkomelijk kunnen zijn.

De praktische bezwaren zijn gelegen in de vraag: wat moet een drassig eilandenrijk met tanks, wat is de militaire meerwaarde ervan? Indonesische parlementariërs hebben hun twijfels. Zij mogen die vraag beantwoorden. De principiële kant is bij de voormalige kolonisator gesitueerd. Kan Nederland het maken om dergelijk wapentuig te leveren aan een land dat het met de mensenrechten niet zo nauw neemt?

Vraag het minister Hillen (CDA) van Defensie en hij zegt: „Ik wil centen zien en ik heb in dezen geen moraal.” Koopman Hillen kan zich deze opvatting, uitgesproken in de Tweede Kamer, veroorloven, omdat de rol van dominee in het kabinet is gedelegeerd aan minister Rosenthal (Buitenlandse Zaken, VVD) en staatssecretaris Bleker (Economische Zaken, CDA). En zij weten zich gebonden aan een aanscherping van het wapenexportbeleid die ze zelf hebben geformuleerd. Mensenrechten, naleving van internationaal humanitair recht en interne spanningen in een land gingen voortaan zwaarder meetellen.

De Tweede Kamer heeft zich in een motie van GroenLinks in meerderheid gekeerd tegen de verkoop van tanks aan Indonesië. De regeringsfracties VVD en CDA alsmede D66 vormden de minderheid. Het argument voor de motie was dat het leger in Indonesië „zich schuldig heeft gemaakt aan schendingen van mensenrechten in Atjeh, Oost-Timor en recent in West-Papoea”.

Over dat laatste is minister Rosenthal in zijn rapportages aan het parlement minder stellig. Maar hij is ook geconfronteerd met de unanieme instemming van de Kamer met een motie van de grote en de kleine gedoogpartner, PVV en SGP. Daarin is onomwonden gesteld „dat de mensenrechten van de Molukkers en Papoea’s in Indonesië veelvuldig geschonden worden” en „dat de rechtspositie en de bescherming van christenen in Indonesië [..] in de praktijk sterk te wensen overlaten”.

Hier kan de koopman waarschijnlijk niet tegenop. Ook al komt een veto van de Nederlandse politiek zo neer op een wapenembargo tegen een land zonder dat de internationale gemeenschap, EU noch VN, zich daarvoor heeft uitgesproken. Dus zal Indonesië zijn tanks desgewenst elders kunnen kopen. Wat dan resteert is een loos Nederlands gebaar. Een land dat alleen kopers van onbesproken gedrag tot zijn clientèle rekent, maakt het zichzelf erg lastig. Want te vrezen valt dat Luxemburg, Botswana en Costa Rica niet om 119 tanks zitten te springen.