Ministerie van Buitenlandse Zaken
De Directie Azië en Oceanië
Bezuidenhoutseweg 67
2594 AC Den Haag
Postbus 20061
Nederland
 
Onze Referentie: DAO-130/12
Datum: 13 april 2012
 
Betreft: Antwoorden van Dr. U. Rosenthal, Minister van Buitenlandse Zaken op
vragen van de leden Ormel en Ten Broeke over de veroordeling van
Papoea’s in Indonesië.
 
 
Vraag 1
Kent u het bericht “Papoea’s in cel voor hijsen vlag”? 1)
Antwoord
Ja.
 
Vraag 2
Klopt de constatering dat deze mannen slechts zijn veroordeeld op basis van het
leiding geven aan een vreedzame mars? Wat is uw oordeel over dit vonnis?
Antwoord
De vijf mannen zijn veroordeeld vanwege het uitroepen van de onafhankelijkheid
van Papua tijdens de afsluiting van het derde Papua Congres op 19 oktober 2011.
Uit het vonnis blijkt dat de door hen voorgelezen verklaring wordt beschouwd als
een poging tot hoogverraad, omdat deze gericht is op ondermijning van de
territoriale integriteit van de republiek Indonesië.
Op maandag 19 maart jl. heeft de verdediging hoger beroep aangetekend omdat
het Openbaar Ministerie onvoldoende zou hebben aangetoond dat het om
hoogverraad gaat. Ik wacht de uitspraak in hoger beroep af.
 
Vraag 3
Hoe beoordeelt u het feit dat de Indonesische autoriteiten, ondanks herhaaldelijk
internationaal protest, nog steeds hoge straffen opleggen aan vreedzame
demonstranten? Welke mogelijkheden zult u benutten om deze trend te
doorbreken?
Antwoord
Zoals ook in mijn brief aan uw Kamer is gemeld (Tweede Kamer, vergaderjaar
2011-2012, 32 735, nr. 41), spreekt Nederland in contacten met de Indonesische
regering, zowel bilateraal als in EU-verband, herhaaldelijk zijn bezorgdheid uit
over de hoge straffen die worden opgelegd aan vreedzame demonstranten voor
het tonen van de “morgenstervlag’.
 
Vraag 4
Bent u bereid u er voor in te spannen dat de veroordeelden hun straf in Papoea
mogen uitzitten, zodat familiebezoek mogelijk blijft? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Het hoger beroep is bij de rechtbank in Jayapura ingediend. Voorlopig blijven
betrokkenen daarom in elk geval gedetineerd in Jayapura.
 
Vraag 5
Deelt u de mening dat de trage implementatie van de Speciale Autonomiewet een
belangrijke oorzaak is voor deze terugkerende protesten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord
Ja. Daarnaast spelen de sociaal-economische situatie en spanningen binnen de
Papua gemeenschap een rol.
 
Vraag 6
Hoe staat het met de versnelde implementatie van de Speciale Autonomiewet,
waarvoor de coördinatie-eenheid UP4B werd opgericht? Op welke manier heeft u
die proces ondersteund en zult u dit proces ondersteunen, zoals eerder door u
toegezegd? 2)
Antwoord
Begin 2012 zijn kantoren van UP4B geopend in Jayapura en in Manokwari. Met
voorlichtings- en coördinatieactiviteiten beoogt de eenheid de komende periode
afspraken te maken om ontwikkelingsprocessen te versnellen. De Nederlandse
ambassadeur heeft in Papua en West-Papua hierover uitgebreid gesproken met
het hoofd van de UP4B-eenheid en andere betrokken partijen. Daarbij is
aangegeven dat Nederland zal bekijken of het ondersteuning kan verlenen aan
programma’s in Papua, bijvoorbeeld aan community policing.
 
 
2) Kamerstuk, 32 735, nr. 41