Zwolle  12 mei 2012
HET NEDERLANDSE KABINET "LIEGT" OVER EU-CRITERIA VOOR LEVERING TANKS AAN INDONESIË !
 
Aan de minister president, de heer M. Rutte
Aan de minister van Defensie, de heer H. Hillen
Aan de minister van Buitenlandse Zaken, de heer U. Rosenthal
Aan de minister van Immigratie, Integratie en Asiel, de heer G. Leers
Middels een berichtgeving via het ANP van enkele dagen geleden, gaf het kabinet aan, tegen een eerdere beslissing van de Tweede Kamer in, toch de overtollige Leopard-tanks aan Indonesië te willen leveren / verkopen.
 
De door bezuinigingen geplaagde "koopman zonder moraal" minister Hillen (Defensie - CDA), snakt naar de verwachte opbrengst van 200 miljoen.
 
Zijn collega Rosenthal (Buitenlandse Zaken - VVD), wil de regering in Jakarta niet tegen zich in het harnas jagen; de verkoop van de Leopard-tanks is zo goed als rond, aldus bronnen uit de directe omgeving van het kabinet.
 
Het kabinet geeft aan, dat de mogelijkheden om de Leopard-tanks wel te mogen verkopen, getoetst zijn aan de EU-criteria inzake wapenleveranties en vervolgens en val dan niet van uw stoel, aan de verbeterde mensenrechtensituaties ? ? ? in Indonesië !
 
 
 
Nu heb ik de overtuiging dat deze stap niet door het gehele kabinet is genomen, met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid zal deze stap genomen zijn door de betrokken ministers Hillen (Defensie - CDA) en Rosenthal (Buitenlandse Zaken - VVD) met enkele staatssecretarissen en vermoedelijk de minister van Economische Zaken en de aanwezigheid van de minister president de heer Rutte.
 
 
Maar niettemin, het bericht van het ANP spreekt over een berichtgeving van het kabinet.
 
Nu zou ik betrokken, het kabinet en de Tweede kamer willen meenemen naar de EU-Gedragscode voor Wapenuitvoer.
 
Dan mag u aan het eind de conclusie trekken of de woorden van het kabinet : getoetst zijn aan de EU-criteria inzake wapenleveranties en dan mag u de conclusie trekken of die EU-gedragscode en criteria eigenlijk niet precies het tegenovergestelde aangeven dan dat het Kabinet aangeeft.
 
 
EU-Gedragscode voor Wapenuitvoer (hedentendaage 13 mei 2012)
 
 
De Raad van de Europese Unie,
 
 
UITGAAND van gemeenschappelijke criteria die zijn aangenomen tijdens de Europese Raden van Luxemburg en Lissabon.
 
ERKENNEND dat staten die wapens uitvoeren, een bijzondere verantwoordelijkheid dragen.
 
VASTBESLOTEN hoge gemeenschappelijke normen vast te stellen, die moeten worden beschouw als minimumnormen voor het beheer van en betrachten van terughoudendheid bij de overdrachten van conventionele wapens door alle EU-lidstaten (maar die niet te traceren zijn bij dit Nederlandse kabinet in deze situatie) en de uitwisseling van relevante informatie te intensiveren met het oog op transparantie. (is dit Nederlandse kabinet transparant in deze situatie ?)
 
VASTBESLOTEN de uitvoer te voorkomen van materieel, dat kan worden gebruikt voor binnenlandse onderdrukking of internationale agressie, dan wel kan bijdragen tot regionale instabiliteit.
 
VERLANGEND in GBVB-verband nauwer samen te werken en hun convergentie op het gebied van de uitvoer van conventionele wapens te bevorderen.
 
NOTA NEMEND van aanvullende maatregelen van de EU tegen onwettige overdrachten, in de vorm van het EU-programma ter voorkoming en bestrijding van illegale handel in conventionele wapens.
 
ZICH BEWUST van het feit dat de lidstaten van de EU een defensie-industrie in stand wensen te houden als onderdeel van hun industriële basis en hun defensie-inspanningen.
 
ERKENNEND dat de staten een recht hebben de middelen voor zelfverdediging over te dragen dat verenigbaar is met het recht op zelfverdediging dat erkend wordt door het VN-handvest.
 
 
heeft de volgende gedragscode en uitvoeringsbepalingen aangenomen:
 
 
Criterium 1:
 
Naleving van de internationale verbintenissen van de EU-lidstaten, in het bijzonder de door de VN-Veiligheidsraad en de Gemeenschap uitgevaardigde sancties, overeenkomstig ter zake van non-proliferatie en andere onderwerpen, alsmede internationale verplichtingen.
 
Een uitvoervergunning wordt geweigerd, indien de levering ervan strijdig is met onder andere
 
a)
de internationale verplichtingen van de lidstaten en hun verbintenissen om VN-, OVSE- en EU-wapenembargo's te doen naleven.
 
b)
de internationale verplichtingen van de lidstaten uit hoofde van het Verdrag inzake niet-verspreiding van Kernwapens, het Verdrag inzake biologische- en toxinewapens en het Verdrag inzake chemische wapens.
 
Het is aantoonbaar, dat de Republiek Indonesië enkele malen met gebruik van NAPALM-bombardementen de mensenrechten van de Papua's heeft geschonden - ten tijde van zo'n situatie in het Irak van Sadam-Hoessein noemde men dat MISDADEN TEGEN DE MENSELIJKHEID !
 
c)
hun verbintenissen binnen het raamwerk van de Australische Groep, het Missile Technology Control Regime, de Groep van Nucleaire Exportlanden en het Wassenaar Arrangement.
 
d)
hun verbintenis om geen enkel type antipersoneelmijn uit te voeren.
 
 
 
Criterium 2: (kabinet, bent u genegen de eerstvolgende regel in uw gedachten te houden?)
 

 
EERBIEDIGING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS IN HET LAND WAAR DE WAPENS AAN WORDEN GELEVERD ! ! !
 

 
De lidstaten evalueren de houding van het ontvangende land ten opzichte van belangrijke, in internationale mensenrechteninstrumenten vastgestelde beginselen en
 

a)
verlenen geen uitvoervergunning wanneer er een duidelijk risico bestaat dat de beoogde uitvoer gebruikt wordt voor binnenlandse onderdrukking !
 
b)
gaan zeer zorgvuldig en met waakzaamheid te werk wanneer zij per geval en rekening houdend met de aard van het materiaal, vergunningen afgeven voor landen waardoor ter zake bevoegde instanties van de VN of de Raad van Europa of door de EU, ernstige schendingen van de mensenrechten zijn geconstateerd.
Met materiaal dat voor binnenlandse onderdrukking gebruikt kan worden, wordt hier onder meer bedoeld materiaal voor binnenlandse onderdrukking is gebruikt door de beoogde eindgebruiker, of dat naar mag worden aangenomen een andere bestemming zal krijgen dan officieel verklaard is en gebruikt zal worden voor binnenlandse onderdrukking. Overeenkomstig de eerste uitvoerbepaling van deze Gedragscode, wordt de aard van het materiaal zorgvuldig onderzocht in het bijzonder indien het bedoeld is voor binnenlandse veiligheidsdoeleinden.
 
Binnenlandse onderdrukking omvat onder meer foltering en andere wrede, onmenselijke en onterende behandeling of bestraffing, standrechtelijke of willekeurige executies, verdwijningen, willekeurige gevangenneming en andere schendingen van de mensenrechten en fundamentele vrijheden die staan omschreven in betreffende internationale mensenrechteninstrumenten, waaronder de UNIVERSELE VERKLARING VAN DE RECHTEN VAN DE MENS en het Internationale Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke rechten.
 
Leden van het Kabinet, in aansluiting aan bovengenoemde zin, gaat u eens op bezoek bij de minister van Immigratie, Integratie en Asiel, de heer Leers, daar liggen bij de IND dossiers van MENSEN uit Papua, die ik verdedig in hun procedures, asiel en in het kader van gezinshereniging.
 
Daar is een dossier met 1500 pagina's MENSENRECHTENSCHENDINGEN DOOR DE REPUBLIEK INDONESIË, van 2 van mijn cliënten uit Papua, die 24 jaar hun leven hebben moeten "LIJDEN" in de Vluchtelingenkampen in het grensgebied van Papua en Papua New Guinea (het voormalige Australische Nieuw Guinea en 4 jaar AZC-kampen in Nederland en nu de dreiging van uitzetting, waar door die minister, door de IND en door dit Kabinet met een GROTE BOOG OMHEEN WORDT GELOPEN !
 
 
Criterium 3:
 
 
Interne situatie van het land van eindbestemming ten gevolge van spanningen of gewapende conflicten ( U allen, zowel het Kabinet als de Tweede Kamer hebben informatie te over ontvangen vanaf 09 juli 2011 over de mensenrechtenschendingen en misdaden tegen de menselijkheid door Indonesië in Papua en in de Molukken)
 
De lidstaten staan geen uitvoer van materiaal toe waardoor gewapende conflicten worden uitgelokt of verlengd dan wel bestaande spanningen of conflicten in het land van de eindbestemming verergerd.
 
 
Criterium 4:
 
 
Handhaving van vrede, veiligheid en stabiliteit in de regio.
 
De lidstaten verlenen geen uitvoervergunning wanneer er een duidelijk risico bestaat dat het beoogde ontvangende land het bedoelde materiaal voor agressie jegens een ander land gebruikt of er kracht mee wil bijzetten aan territoriale aanspraken.
 
Wanneer de lidstaten deze risico's inschatten, houden zij onder andere rekening met:
 
a)
het bestaan of waarschijnlijkheid van een gewapend conflict tussen het ontvangende land en een ander land.
 
b)
eventuele aanspraken op het grondgebied van een buurland door een ontvangend land dat in het verleden met geweld heeft gepoogd die aanspraken te doen gelden, of waarvoor het met geweld heeft gedreigd.
 
c)
de waarschijnlijkheid dat het materiaal niet gebruikt zal worden voor legitieme nationale veiligheid en verdediging van het ontvangende land.
 
d)
de noodzaak de regionale stabiliteit niet sterk in negatieve zin te beïnvloeden.
 
 
Criterium 5:
 
 
Nationale veiligheid van lidstaten van de gebieden waarvan één van de lidstaten de buitenlandse betrekkingen behartigt alsmede van bevriende landen of bondgenoten.
 
De lidstaten houden rekening met:
 
a)
de mogelijke gevolgen van de voorgestelde uitvoer voor hun eigen defensie- en veiligheidsbelangen alsmede die van bevriende landen, enz., enz.
 
b)
het risico dat de goederen tegen de eigen troepen, enz., enz.
 
c)
het risico van "reverse engineering" enz., enz.
 
 
Criterium 6:
 
 
niet direct van toepassing
 
 
Criterium 7:
 
 
niet direct van toepassing
 
 
Criterium 8:
 
 
Compatibiliteit van de wapenuitvoer met de technische en economische capaciteit van het ontvangende land, rekening houdend met de wenselijkheid dat de staten aan hun legitieme behoeften inzake veiligheid en defensie voldoen met zo gering mogelijke aanwending van menselijk en economische potentieel voor bewapening.
 
In het licht van informatie uit goede bron, bijv. rapporten van de UNDP, de Wereldbank, het IMF en de OESE, stellen lidstaten zich de vraag of de voorgestelde uitvoer ernstig afbreuk zou doen aan de duurzame ontwikkeling van het ontvangende land. In dit verband beoordelen zij de hoogte van de militaire uitgaven van het ontvangende land ten opzichte van de sociale uitgaven, waarbij ook rekening wordt gehouden met de steun van de EU en bilaterale steun.
 
 
UITVOERINGSBEPALINGEN:
 
 
1)
Elke lidstaat van de EU toetst per geval de bij hem ingediende aanvragen inzake uitvoervergunningen voor militair materieel aan de bepalingen van de gedragscode (dat is wat het kabinet veinst)
 
2)
Deze doet geen afbreuk aan het recht van de lidstaten om in nationaal verband restrictievere regels toe te passen.
 
Geacht kabinet, restrictief betekent naar mijn mening: beperken en niet zoals het kabinet, de ruimte creëren boven de gedragscode van de EU, dus de regels strakker aanhalen !)
 
3)
De EU-lidstaten verspreiden langs diplomatieke weg details over vergunningen die geweigerd worden op grond van de gedragscode voor militair materieel en lichten daarbij toe waarom de vergunning is geweigerd.
 
Geacht kabinet, dit is een schitterende gelegenheid voor u om de Europese Unie / de andere lidstaten van de EU, aan te geven dat:
 
de Tweede Kamer der Staten Generaal in okt. 2011 en nov. 2011 heeft erkend dat: de rechten van de mens door Indonesië in Papua en in de Molukken en de christenen, zijn geschonden in het verleden en nog worden geschonden.
 
Ik help u op weg, onderaan deze terechtwijzing naar u, vindt u de beide moties over de erkenning van het schenden van de rechten van de mens door Indonesië in Papua, in de Molukken en inzake de christenen, moties die:
 
"UNANIEM ZIJN AANGENOMEN MET ALGEMENE STEMMEN"
 
dus ook de Tweede Kamerleden van de VVD, CDA en de vervanger van uw gedoogpartner, de switch-partij D66, gingen daar in mee.
 
Voor de mededeling van details wordt gebruik gemaakt van het model in bijlage A.
 
Alvorens een lidstaat een vergunning verleent die de afgelopen drie jaar door één of meerdere lidstaten geweigerd is, dan raadpleegt hij eerst die lidstaat of lidstaten. Besluit hij na raadpleging toch een vergunning te verlenen, dan brengt hij de lidstaat of lidstaten van de oorspronkelijke weigering(en) daarvan op de hoogte en geeft een gedetailleerde uitleg van zijn motivering.
 
HET BESLUIT OM MILITAIR MATERIEEL AL DAN NIET OVER TE DRAGEN, BEHOORT TOT DE NATIONALE BEVOEGDHEID VAN DE LIDSTATEN ! ! !
 
Geacht Kabinet, u leest het, dat is een verantwoording van de Lidstaat, in dit geval Nederland zelf. Ja, u dient zich te conformeren aan de Gedragscode van de EU en ik heb de overtuiging dat die Gedragscode dit Kabinet geen enkele ruimte geeft om koopman Hillen die Leopard-tanks te laten doorverkopen aan de Republiek Indonesië, aangezien de Tweede Kamer heeft erkend dat de Rechten van de Mens repressief en agressief zijn geschonden en worden geschonden door Indonesië in Papua en de Molukken.
 
Dit Kabinet is demissionair, heeft geen enkele autoriteit meer en als dit Kabinet alsnog die Leopard-tanks wil sturen naar een land waar de mensenrechten repressief en agressief worden geschonden, is dit Kabinet in theorie:
 
"MEDESCHULDIG AAN HET SCHENDEN VAN DE RECHTEN VAN DE MENS IN PAPUA EN IN DE MOLUKKEN, ALSMEDE T.O.V. DE CHRISTENEN" ! ! !
 
Er is sprake van weigering van een vergunning wanneer een lidstaat de toestemming de toestemming voor de feitelijke verkoop of uitvoer van het betrokken materieel weigert, terwijl die verkoop of de totstandkoming van de betrokken overeenkomst normaal gesproken zou zijn doorgegaan. Daartoe kan een mede te delen weigering in overeenstemming met de nationale procedures de weigering van toestemming voor het beginnen van onderhandelingen of een afwijzende beschikking op formeel eerste verzoek om inlichtingen inzake een specifieke order bevatten.
 
4)
De EU-lidstaten houden dergelijke weigeringen en raadplegingen vertrouwelijk en halen er geen commercieel voordeel uit.
 
5)
De EU-lidstaten zetten zich in voor de spoedige aanneming van een gemeenschappelijke lijst van militair materieel waarop de gedragscode van toepassing is en die gebaseerd is op soortgelijke nationale en internationale lijsten. Zolang een dergelijke lijst niet is vastgesteld, wordt de gedragscode toegepast aan de hand van nationale controlelijsten waarin, in voorkomend geval, onderdelen van relevante internationale lijsten zijn overgenomen.
 
6)
De criteria in deze gedragscode en de raadplegingen en de raadplegingprocedures van punt 3 van de uitvoeringsbepalingen gelden ook voor goederen voor tweeërlei gebruik als vermeld in bijlage 1 van Besluit n94/942/GBVB van de Raad, als gewijzigd, wanneer er redenen zijn om aan te geven, dat de eindgebruikers van dergelijke goederen de strijdkrachten, de binnenlandse veiligheidsdienst of vergelijkbare eenheden in het ontvangende land zijn.
 
7)
Teneinde de gedragscode zo doeltreffend mogelijk te maken streven de EU-lidstaten in het kader van het GBVB naar versterking van hun samenwerking en bevordering van hun convergentie op het gebied van de uitvoer van conventionele wapens.
 
8)
Iedere EU-lidstaat doet vertrouwelijk een jaarverslag over zijn uitvoer op defensiegebied en over toepassing van de code toekomen aan de andere EU-partners. Deze verslagen worden besproken tijdens een jaarlijkse bijeenkomst in GBVB verband.
 
9)
De EU-lidstaten beoordelen in voorkomend geval in het kader van het GBVB gezamenlijk de situatie van potentiële of werkelijke ontvangers van wapens uit de EU-lidstaten in het licht van beginselen en criteria van de gedragscode.
 
10)
Gesteld wordt dat de lidstaten, waar het passend is, ook rekening mogen houden met de voorgestelde uitvoer op hun economische, sociale, commerciële en industriële belangen, maar dat deze factoren evenwel niet van invloed mogen zijn op de toepassing van de voorgaande criteria.
 
11)
De EU-lidstaten spannen zich tot het uiterste in om andere wapenexporterende staten ertoe over te halen de beginselen van deze gedragscode te onderschrijven.
 
Deze gedragscode en uitvoeringsbepalingen komen in de plaats van eerdere uitwerkingen van de gemeenschappelijke criteria die zijn genomen tijdens de Europese Raden van Luxemburg en Lissabon.
 
 
Geacht Kabinet en Leden van de Tweede Kamer der Staten Generaal, het aangeven van de EU-Gedragscode voor Wapenmateriaal zoals bovenvermeld, kunt u nakijken op:
 
 
 
 
Dan ziet u dezelfde gedragscode waarmee dit demissionaire kabinet zou willen aangeven dat zij op een eerlijke wijze de Leopard-tanks zouden mogen leveren, in het ANP persbericht, verstrekt door het kabinet, suggereren zij dat de Gedragscode van de EU e.e.a. toelaat.
 
 
Daarmee nemen zij een loopje met de Tweede Kamer der Staten Generaal nemen zij de Nederlandse burgers op een verschrikkelijke manier in de maling.
 
Geachte heer Rutte,
 
U bent, hoewel ook demissionair, nog steeds de eindverantwoordelijke over dit Kabinet, u bent nog steeds de eindverantwoordelijke voor de bedrieglijke werkwijze van de minister van Defensie, de heer Hillen, voor de bedrieglijke werkwijze van de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Rosenthal en de bedrieglijke werkwijze van de minister van Immigratie, Integratie en Asiel.
 
De één, de minister van Defensie, de heer Hillen, wil zijn KOOPMANSGEEST aanwenden om een gat in de begroting aan te zuiveren door ZONDER MORAAL militair materieel te verkopen aan een land waarover de Tweede Kamer der Staten Generaal een tweetal moties heeft aangenomen en is met algemene stemmen het schenden van de rechten van de mens door Indonesië in Papua, de Molukken en inzake de christenen erkend.
 
De tweede, de minister van Buitenlandse Zaken, de heer Rosenthal, geeft op zijn landenpagina's onjuiste weergaven over hoe het er in bepaalde landen werkelijk aan toe gaat en mensenrechtenschendingen door hem vertaald worden als: het is wat onrustig. Daarnaast heeft zijn staatssecretaris, de heer Knapen, contracten afgesloten met datzelfde mensenrechten schendende Indonesië met een waarde van 10 miljard euro verdeeld over 5 jaar, in sectoren waar vele kinderen van 7-14 jaar, dus kinderarbeid, gedwongen worden door de Indonesische overheid om de meest vieze werkzaamheden te verrichten, Indonesië schendt op die manier de KINDERRECHTEN van ca. 4.000.000 kinderen tussen de 7 en 14 jaar.
 
Wil nog aangeven, dat vorig jaar nog zo'n 21 landen werden beschuldigd van Kinderarbeid in die gedragscode van de EU, maar veel lobbyen van de Duitse Margeret Thatcher, mevr. Merkel, heeft voor die gedragscode van de EU opgeleverd dat de Kinderarbeid verwijderd is, zodat die landen weer gemakkelijker aan wapenmaterieel kunnen komen.
 
Tenslotte, de minister van Immigratie, Integratie en Asiel, de heer Leers, zelfs na 7 maanden, zijn de mensenrechtenschendingen door Indonesië in Papua, nog steeds niet geaccepteerd voor de lopende procedures van de 6 Papua's in Nederland, waardoor die procedures door die mensenrechtenschendingen in een compleet ander daglicht zouden moeten komen te staan.
 
U laat straks in september inzake de gang van zaken van de ministeries van Defensie, van Buitenlandse Zaken en van Immigratie, Integratie en Asiel, een gigantische puinhoop achter.
 
IK kan me niet voorstellen dat de werkwijze van die drie ministers hen 's morgens of 's avonds met een tevreden gezicht voor de spiegel laten staan, wat daar gebeurt en nu zeker met de onwaarheden die minister Hillen gebruikt, door alsnog zijn Leopard-tanks als een gefrustreerde koopman probeert kwijt te raken, durf ik zeker aan te geven dat die 3 ministers, zeker in theorie, zeker medeschuldig zijn aan het schenden van de rechten van de mens door Indonesië in Papua.
 
 
Hoogachtend ?
 
 
 
S. Goossensen
Juridisch- en Maatschappelijk Adviseur
Wiecherlinckstaart  30
8011  KJ  Zwolle
email      : Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
telefoon  : 06-19954800