Nederl. Dagblad – 18 Nov. 2021
De auteur van Morning Star Rising is niet blind voor verscheidenheid en onderlinge verdeeldheid onder de Papoea’s. Camellia Webb-Gannon geeft een brede opsomming van de middelen en doelen van diverse naar onafhankelijkheid strevende organisaties.Papoea is een kolonie van de Republiek Indonesië, daarover is Camellia Webb-Gannon duidelijk. Het voornaamste kenmerk van een kolonisator? Controle krijgen over de rijkdommen van een ander land en volk. Voor de Papoea’s, die volgens de auteur voor 95 procent pro-zelfstandigheid zijn, is de vraag dan ook hoe zij zich aan het koloniale juk kunnen ontworstelen. En hun zaak is urgent. Zoals wijlen Eni Faleomavaega als lid van het Amerikaan Huis van Afgevaardigden zei: ‘Het gaat in Papoea om iets potentieel zo verschrikkelijks, dat het genocide kan worden genoemd.’

De Australische Webb is werkzaam aan de Universiteit van Wollongong in New South Wales en gespecialiseerd in dekolonisatieprocessen in de Pacific. Ze leidt een West-Papuaproject. Haar boek Morning Star Rising – de Morgenster is de nationale vlag van de Papoea’s – is daarvan het resultaat. Webb plaatst de strijd om onafhankelijkheid van de Papoea’s in een internationaal kader, in het bijzonder in dat van de Melanesische eilandstaten. Daardoor is haar beschouwing over dekolonisatiebeleid in West-Papua (de ondertitel) tussen alle inmiddels over de Papoea’s verschenen lectuur uniek.

Artikel gaat verder onder de advertentie
Ten behoeve van haar studie heeft Webb zich niet alleen verdiept in theorie en praktijk van dekolonisatie in het algemeen. Zij voerde ook circa zeventig gesprekken met Papoea’s in Papoea zelf en ballingen daarbuiten. Daarbij maakt zij onderscheid tussen drie generaties, met als hun gemeenschappelijke kenmerk het verlangen naar dekolonisatie.

Wraakacties
De eerste generatie werd geboren tussen 1933 en 1948. Deze Papoea’s waren er getuige van dat Nederland hun volk naar onafhankelijkheid leidde. Hoop daarop werd door de Indonesische machtsovername in de jaren zestig echter wreed verstoord. In reactie daarop werd de Organisasi Papua Merdeka (Organisatie Vrij Papoea; OPM) in het leven geroepen.

De tweede generatie, geboren tussen 1950 en 1965, maakte mee dat in het in de jungle gelegen Kamp Victoria in 1971 een onafhankelijkheidsverklaring werd voorgelezen. Vijf jaar later viel de OPM in twee facties uiteen. Indonesische militaire wraakacties joegen duizenden Papoea’s op de vlucht naar het inmiddels onafhankelijk geworden Papoea-Nieuw-Guinea (PNG). De tussen 1971 en 1986 geboren derde generatie moest meemaken dat Indonesische militairen in 1998 op Biak op een menigte van zo’n tweehonderd vreedzaam betogende Papoea’s schoten en arrestanten gruwelijk martelden. Men leefde mee met Oost-Timor dat zich tegenover Indonesië naar onafhankelijkheid vocht. Verschillende Papoea-verzetsgroepen vonden elkaar in 2015 in de United Liberation Movement for West Papua (ULMWP).

eigen accenten
Deze drie generaties hebben bij het kiezen van een strategie elk eigen accenten gelegd. In de jaren zestig lag de nadruk op gewapende strijd. In verband daarmee merkt Webb op dat het kansloze daarvan nog niet tot de Papoea’s was doorgedrongen. Niettemin werd af en toe behoorlijk wat schade toegebracht aan het in het centrale bergland gelegen Amerikaanse goud en koper delvende mijnbedrijf Freeport-McMoran. De tweede en derde generatie kozen in toenemende mate voor geweldloze strijdmethoden. Onder de Indonesische presidenten Habibie en Wahid (1998-2009) leefde de hoop op dat misschien via dialoog en interne autonomie iets te bereiken viel.

Mede door de Indonesische militaire macht, die in Papoea zo haar eigen financiële belangen heeft, leden die pogingen schipbreuk. Zo mocht bij voorbaat niet over zelfbeschikking worden gepraat. Daardoor kwam de huidige generatie tot de overtuiging dat vooral internationale druk Jakarta ertoe zou kunnen brengen de Papoea’s – anders dan in 1969 gebeurde – een eerlijke ‘Daad van Vrije Keuze’ te geven.

internationale strategie
Bij het zoeken naar internationale steun is de nadruk op de Melanesische volken komen te liggen. Met hen wordt zowel een etnische als culturele en religieuze band gevoeld. Dat betekent bijvoorbeeld dat een toekomstig onafhankelijk West-Papua zal kiezen voor een Melanesische vorm van christendemocratie. Cultureel zal worden aangesloten bij het besef dat ‘ik’ er altijd is in verbondenheid met de ander. Zang en dans is eigen, maar tevens verwant aan die in PNG, Vanuatu, de Solomon-eilanden, Togo. De Papoea’s voegen zich bij wat een Pacific Renaissance wordt genoemd, een hernieuwd zelfbewustzijn in het gebied van de Stille Oceaan. En: Black Lives Matter.

Mede gelet op de forse tegenwerking van het niet-Melanesische, Aziatische Jakarta hebben de Papoea’s de afgelopen jaren aanzienlijke successen geboekt. Niet alleen in Melanesië, maar ook in het ten noorden van Zuid-Amerika gelegen Caraïbisch gebied groeit steun voor het toekennen van zelfbeschikkingsrecht aan de Papoea’s. De auteur vermeldt eveneens recente ontwikkelingen in Afrika. Die betreffen leden van de voormalige Brazzavillegroep, staten die zich indertijd mede door de activiteiten van de eerste generatie (Nicolaas Jouwe, Marcus Kaisiepo e.a.) aan de kant van de Papoea’s schaarden. Daarnaast krijgen de Papoea’s steun vanuit parlementaire en juridische kring in onder meer de Verenigde Staten, Australië, het Verenigd Koninkrijk en Ierland.

De auteur is niet blind voor verscheidenheid en onderlinge verdeeldheid onder de Papoea’s. Zij geeft een brede opsomming van de middelen en doelen van diverse naar onafhankelijkheid strevende organisaties. Zij benadrukt echter dat de overeenkomsten ver uitstijgen boven de verschillen. Dat is niet onlogisch, want nu al zestig jaar lang blijkt dat een cultureel en politiek merdeka voor de Papoea’s onder Indonesisch bewind een illusie is.

realistisch?
Maar is het dan nog realistisch te denken dat West-Papua eens politiek zelfstandig kan worden? Met die vraag sluit Webb haar goed gedocumenteerde boek af. Ter bemoediging wijst zij op Oost-Timor, Zuid-Sudan, Kosovo ... Ook al verschilden de omstandigheden waaronder de volken daar onafhankelijk werden, ze slaagden wel. En, zegt zij, diverse factoren werken in het voordeel van de Papoea’s. Zo is hun morele en volkenrechtelijke claim sterk. Wereldwijd groeit bovendien het besef dat het dekolonisatieproces na het vertrek van westerse kolonisatoren nog niet beëindigd is.

Gesteund door de overgrote meerderheid van hun volk werven Papoea-voormannen als Benny Wenda momenteel opmerkelijk veel sympathie en daadwerkelijke steun. Harde feiten over Indonesische grove schending van mensenrechten overtuigen van de noodzaak de Papoea’s te hulp te schieten. Na decennialang genegeerd te zijn, komt Papua steeds meer op de internationale agenda te staan. Webb maakt met haar Morning Star Rising indruk: het met geweld en politieke chantage tot stand gebrachte kolonialisme over West-Papua is geen gelopen race. ■
https://www.nd.nl/cultuur/boeken/1070350/na-decennialang-genegeerd-te-zijn-komt-papoea-steeds-meer-op-de