Nederlands Dagblad – 3 maart 2022

René Hoksbergen • voormalig Nieuw-Guinea militair

…Indonesië is sinds 1949 verwikkeld in strijd met de Papoea’s. Het is tijd dat de VN Indonesië ter verantwoording roepen. De uitgebreide discussie over de strijd in Indonesië tussen 1945 en 1949 en de mogelijke Nederlandse militaire excessen, kent twee belangrijke tekortkomingen. Te weinig aandacht is er voor het waarom van betreffende excessen; in hoeverre was er bijvoorbeeld sprake van een wraakactie na Indonesische gruweldaden? En na 1949 was Jakarta vrijwel voortdurend in oorlog met een van de aan Java ondergeschikte volken en werden vanaf 1965 honderdduizenden communisten vermoord. Tot 2004 was er vrijwel voortdurend een gewelddadige strijd met de provincie Atjeh, die meer wilde profiteren van de eigen grondstoffen. Op de strijd met de Papoea’s die tot vandaag de dag voortduurt, ga ik hieronder in.

Als Indonesië, na met groot geweld gedreigd te hebben, in 1962 Nieuw Guinea van Nederland overneemt, is er bij de komst van de Indonesische militairen veel protest vanuit de gemeenschap van Papoea’s. Vanzelfsprekend, want de militairen gedragen zich als veroveraars met diefstallen, plunderingen, geweldacties en moordpartijen. Als Papoeaonderzoeker Dirk Vlasblom veertig jaar later Indonesiërs spreekt die in 1962-1963 in Nieuw-Guinea waren, komt van een hoge officier als reactie op dit wangedrag: ‘Wij allen en onze Republiek moeten ons schamen.’

geen reactie

Per 1 januari 1963 droeg de Nederlandse kolonel Van Heuven het in 1961 opgerichte Papoea Vrijwilligers Korps officieel over aan de Indonesische majoors Ramly en Yani, met de verzuchting dat hij voor de Papoea’s het ergste vreesde. Reactie van Yani hierop: ‘Kolonel, ik ben bang dat zij het niet zo goed bij ons zullen hebben, als bij U.’ Als de Papoea’s in 1969 zogenaamd mogen stemmen over wel of niet bij Indonesië blijven, worden 1025 ‘stemgerechtigden’ met bedreigingen gedwongen om voor Indonesië te stemmen. Van de afgesproken one-man-one-vote is geen sprake. Enkele duidelijke tegenstanders worden vóór de stemming al vermoord. Vooral de Indonesische commandant Moertopo is met zijn reactie openhartig: ‘Jakarta is niet geïnteresseerd in jullie Papoea’s maar in West-Irian als gebied. Als jullie onafhankelijk willen worden, dan moeten jullie maar aan God vragen of Hij zo goed wil zijn een eiland in de Pacific aan de oppervlakte te brengen zodat jullie daarheen kunnen emigreren. Indonesië zal nooit toestaan dat zijn nationale aspiraties doorkruist worden door een handjevol Papoea’s.’ Het Westen reageert niet. De Koude Oorlog is volop gaande. Een niet-communistisch Indonesië is belangrijker dan die nauwelijks één miljoen Papoea’s.

Ex-bestuurder en Papoea-kenner Kees Lagerberg meldt dat deze zogenaamde Volksstemming werd afgesloten met 195 gedode verzetsstrijders, enkele duizenden omgekomen burgers en 3500 vluchtelingen. In de wat grotere steden zitten honderden politieke vluchtelingen in gevangenissen. moderniseren Voor de Indonesiërs hoorde dit land, immers deel van de Nederlandse kolonie, bij Indonesië, van onafhankelijkheid kon geen sprake zijn. De Papoea’s werden geaccepteerd voor zover zij geen Indonesisch belang in de weg stonden. De Organisasi Papua Merdeka bestrijdt tot op heden de annexatie van Papoea in Indonesië. De militaire aanpak liegt er niet om. In 1967 en in 1983-1984 is sprake van de Operasi Tumpas (verdelging). Op 14 januari 1967 werden drie dorpen in het berggebied platgebombardeerd, met duizenden doden en gevluchte Papoea’s tot gevolg. Vanaf 1970 begint Jakarta ook met zijn gevecht tegen cultuur en adat van de Papoea’s. In 1972 wordt gestart met Operatie Koteka (peniskoker). De Indonesische regering wil de Bergbevolking, circa 500.000 mensen, ‘moderniseren’. Natuurlijk rijst er verzet. In 1981 wordt als een soort vergelding het bergdorp Madi met napalm[1]bommen gebombardeerd. Hierbij vielen ten minste 2500 doden. Amerikaanse onderzoekers beschuldigen Indonesië van de langzame genocide van het Papoea-volk.

Tussen 1970 en 2000 is er, behalve in Papoea, ook nog in Atjeh, de Molukken en vooral in Oost-Timor veel verzet tegen het centrale gezag in Jakarta. Oost-Timor verkrijgt, nadat meer dan honderdduizend slachtoffers gevallen zijn, zijn onafhankelijkheid. Dit lukte overigens pas nadat in 1995 filmbeelden de wereld over waren gegaan van de moord op enkele honderden vreedzaam betogende studenten. De Koude Oorlog was inmiddels voorbij, dus konden Australië en de VS iets tegen Indonesië ondernemen.

referendum

In 2016 bracht een coalitie vanuit de Verenigde Naties (VN) die zich inzetten voor onafhankelijkheid van volken een resolutie uit die de VN de mogelijkheid moest geven een referendum te organiseren, opdat de bevolking van West-Papoea alsnog kan kiezen tussen blijven bij Indonesië of onafhankelijk worden. Indonesië deed dit echter af als een publiciteitsstunt. Van het onverkort handhaven van de mensenrechten is in Indonesië daarom geen sprake. De Papoea’s profiteren niet van al de waardevolle grondstoffen in hun land. Java gaat voor. En Papoea levert steeds meer geld op. Het Amerikaanse bedrijf Freeport delft daar al vele decennia enorme hoeveelheden koper, goud en zilver waarvan de opbrengst naar Java gaat. Vanaf 2009 zijn er ook omvangrijke gasopbrengsten. In Papoea bevinden zich enkele tienduizenden Indonesische militairen. Voor het leger geldt de zogenaamde dwifungsi, twee functies, zorgen voor veiligheid en bestuur. In dit opzicht is het land nog steeds beïnvloed door de koloniale tijd. Het Koninklijk Nederlands Indische Leger kende namelijk ook die twee functies. stemming De VN kunnen Indonesië ter verantwoording roepen. Schendingen van de mensenrechten vanaf 1969 dienen door onafhankelijke onderzoekers te worden onderzocht. Ook moet het Westen een Volksraadpleging met een one-man-one-votestemming onder de Papoea’s coördineren: moet Papoea wel of niet bij Indonesië horen? Verder dienen de vanzelfsprekende vrijheden van pers, vereniging en vergadering te worden ingevoerd. En vooral: beëindig voor heel Indonesië de ‘dwifungsi’ van het leger.